De vereniging Leefmilieu is een onafhankelijke milieuorganisatie die zich inzet voor een groen en gezond leefmilieu. Onze kenmerken zijn: grote milieudeskundigheid en samenwerking met bewonersgroepen in heel Nederland.
Op deze website informeren we je over onze activiteiten. Wil je op de hoogte blijven, abonneer je kosteloos op onze nieuwsbrief of word lid.
|
Op 26 september diende het beroep van Leefmilieu tegen de goedkeuring van de minister LVVN van kaalkap als bosbeheermaatregel, zoals beschreven in de "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022". Rechtbank Arnhem heeft aangegeven binnen 6 weken uitspraak te willen doen (zie ook ons eerdere bericht hierover).
Parallel hieraan liep afgelopen maand een publieke consultatie over het voornemen van de staatssecretaris om deze "Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022” per januari 2025 op te nemen in de Omgevingswet.
Samen met andere organisaties heeft Leefmilieu ingebracht dat de staatssecretaris eerst de uitspraak van de rechtbank over de Gedragscode moet afwachten en dat de inhoud van de uitspraak vervolgens verwerkt moet worden in de hier aan de orde zijnde Gedragscode, voordat deze kan worden opgenomen in de Omgevingswet.
Lees ook ons eerdere bericht "Kaalkap is geen bosbeheersmaatregel"
.
Nu de omgevingswet in werking is getreden, rijst de vraag of deze mogelijkheden biedt aan gemeenten om de schadelijke gevolgen door houtstook aan te pakken. Adviesbureau KokxDeVoogd heeft hierover een rapport geschreven dat duidelijk aangeeft dat de omgevingswet zéker mogelijkheden biedt en geeft uitgebreid weer, middels conceptregels, hoe dat dan kan.
Startpunt is wel dat de gemeente duidelijk voor ogen moet hebben of en in hoeverre ze de schadelijke gevolgen willen aanpakken om van daaruit de mogelijkheden die de wet biedt te benutten. KoksDeVoogd beschrijft vervolgens drie verschillende modules waarin de gemeente kan ingrijpen:
Module 1: sturing op de bescherming van kwetsbare groepen
Module 2: sturing op functies & functiescheiding (zonering)
Module 3: sturing op de realisatie van doelen voor de leefomgeving
Voor elke module zijn conceptregels geschreven, waarbij er telkens een keuze gemaakt moet worden of men hard wil ingrijpen dan wel voorwaarden stellend of slechts stimulerend wil zijn. Belangrijke boodschap is dat er veel kan en een gemeente zich dus niet kan verschuilen achter een gebrek aan regelgeving; die regelgeving kunnen ze nu zelf bewerkstellingen!
Het rapport biedt een handvat als je zelf met gemeente in gesprek bent of wilt over de beperking van houtstook; u kunt ook de video bekijken van de presentatie door KokxDe Voogd.
Bekijk hier de video presentatie KokxDeVoogd
.
.
Stichting houtrookvrij heeft ‘klikostickers’ laten maken, waarmee je op ludieke wijze je protest kan laten zien tegen houtstook.
De stickers zijn er in drie varianten en te koop op de webwinkel van de stichting:
https://houtrookvrij.nl/webwinkel/
.
Op 26 september vond de rechtszitting over het beroep van Leefmilieu tegen kaalkap als bosbeheersmaatregel bij Rechtbank Arnhem plaats. Samen met Stichting Natuurbelang Nederland, MOB, Comité Schone Lucht, en Stichting ter behoud van het Schoorlse- en Noord-Kennemerduingebied heeft Leefmilieu dit beroep op 10 oktober 2022 tegen het besluit van de minister LVVN aangetekend. In het besluit keurt de minister bosbeheersmaatregelen als kaalkap tot 2 hectare en bodembewerking (bijvoorbeeld het frezen van de toplaag) goed, zoals beschreven in de ”Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022”. Bij kaalkap worden álle bomen in een bosareaal tegelijk geveld. Volgens de vijf natuur- en milieuorganisaties zijn de beheermethoden kaalkap en bodembewering volledig in strijd met de Wet natuurbescherming en Europese Habitatrichtlijn. Deze maatregelen bieden onvoldoende garanties voor de te beschermen soorten. Dat geldt vooral voor beschermde soorten die gebonden zijn aan volwassen bos, oud bos en bos in de vervalfase. Met het opnemen van deze ruimtelijke ingrepen en de genoemde minimale restricties kunnen boseigenaren gemakkelijk oneigenlijk gebruik maken van de doelen uit de Gedragscode, door voluit hout te gaan oogsten onder het mom van bescherming van soorten. Dat het werkelijke doel het verkrijgen van economisch gewin en maximale handelingsvrijheid is, wordt buiten beeld gehouden. Volgens de milieu- en natuurorganisaties is uitkap (selectieve kap) wél een goede bosbeheersmaatregel. Bij uitkap worden individuele bomen geoogst terwijl buurbomen blijven staan. Bij uitkap ontstaan leeftijdsverschillen van bomen en boomsoortverschillen, wordt de structuur van het bos versterkt, en de biodiversiteit verhoogd. Het bos blijft permanent bos. Ook Stichting Natuurvolgend Bosbeheer en Stichting Natuurbelang hebben beroep aangetekend. Rechtbank Arnhem heeft aangegeven binnen 6 weken uitspraak te doen, tenzij de rechtbank voor het besluit meer tijd nodig heeft.
Beroep van Stichting Natuur Volgend Bosbeheer
.
Statistische toetsen die worden gebruikt om te bepalen of bestrijdingsmiddelen kankerverwekkend zijn, zijn decennialang verkeerd uitgevoerd. Dit stelt de Leidse hoogleraar Milieubiologie Geert de Snoo, directeur onderzoeksbeleid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), in een onderzoek van Zembla. De Snoo stelt dat de huidig gebruikte tweezijdige toets niet geschikt is om de veiligheid van pesticiden, zoals glyfosaat, te beoordelen: “Deze methode is bedoeld voor medicijnen, waarbij naast de schadelijke effecten ook de genezende werking wordt getoetst. Bij bestrijdingsmiddelen is die insteek irrelevant, omdat de toets enkel moet uitwijzen of de bestrijdingsmiddelen kanker veroorzaken. Een genezende werking hebben ze niet. Van belang is om alleen te weten of een stof veilig of kankerverwekkend is. Door verkeerd te toetsen, kun je de indruk krijgen dat er niks aan de hand is, terwijl het kankerverwekkend effect er misschien wel is. Bij de toelating van bestrijdingsmiddelen als glyfosaat is de verkeerde toets gebruikt. Mogelijk is bewijs voor kankerverwekkende effecten hierdoor als het ware verdund. Dit is slechte statistiek en slechte wetenschap. Alle bestrijdingsmiddelen die in Nederland zijn toegestaan, moeten we opnieuw toetsen om te kijken of ze kankerverwekkend zijn.”
Voormalig landbouwminister Piet Adema gaf in antwoorden op kamervragen aan dat tweezijdig toetsen bij de toelating al “decennialang goed wetenschappelijk gebruik” is. Het college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) stelde dat tweezijdig toetsen de standaardmethode in Europa is.
eefmilieu vindt de reactie van het ministerie LVVN en van het Ctgb niet acceptabel. Als het tweezijdig toetsen een onjuiste methode is, dient deze niet te worden toegepast. Leefmilieu ondersteunt de oproep van professor de Snoo om met wetenschappers en toelatingsdeskundigen bij elkaar te zitten om goed te kijken naar de gang van zaken en de geconstateerde fout in beoordeling. Dit dient op zeer korte termijn te gebeuren zodat snel een herbeoordeling van bestrijdingsmiddelen op kankerverwekkendheid kan plaatsvinden.
Meer informatie en persbericht bij Zembla
Antwoord Adema op kamervragen Ouwehand en Kosti
.
Bij productie, verwerking en verpakking komt ons voedsel met veel materialen in contact. Veel van die materialen bevatten chemische stoffen die vervolgens weer in ons voedsel terecht komen en in ons lichaam worden teruggevonden.
Voor een aantal stoffen waarvan we zeker weten dat ze schadelijk zijn voor onze gezondheid zijn er normen gesteld waar ons voedsel aan moet voldoen, zoals bijvoorbeeld voor BPA (Bisfenol A), PFAS, minerale olien en zware metalen zoals lood en cadmium.
Het gaat echter om duizenden stoffen en van de meeste weten we niet of deze schadelijk zijn voor onze gezondheid. Er zijn wel veel losse onderzoeken en verspreide lijsten en databases, maar een totaaloverzicht ontbreekt. Binnen Europa gebruiken we bijvoorbeeld de OpenfoodTox van de ESFA (Europese autoriteit voor voedselveiligheid) een database over risico's van enkele duizenden stoffen, waarmee ons voedsel ongewenst besmet kan zijn.
Nieuwe database belangrijk hulpmiddel
Een nieuw onderzoek van de FPF (Food Packaging Forum) breng nu alle bekende informatie bij elkaar in een nieuwe omvangrijke database, de FCChumon (Food Contact Chemicals in de mens). Hierin zijn vrijwel alle bekende onderzoeken over deze chemische stoffen en de risico's voor onze gezondheid samengebracht. Deze database bevat de informatie over de stoffen die ongewild via de voeding in het menselijk lichaam terecht komen en daar ook daadwerkelijk door onderzoek zijn aangetoond.
Dit onderzoek toont aan dat ten minste 3600 stoffen in mensen worden teruggevonden. Waarschijnlijk gaat het om veel meer stoffen, omdat in dit onderzoek alleen wetenschappelijke literatuur met daadwerkelijk aangetroffen stoffen is meegenomen.
Deze nieuwe database is een belangrijk hulpmiddel bij verder onderzoek naar het verbeteren van de voedselveiligheid. Veel van deze stoffen zijn gecategoriseerd als (zeer) schadelijk en moeten zo snel mogelijk uit ons voedsel geweerd worden.
Handelingsperspectief
Wat we intussen zelf kunnen doen is proberen zoveel mogelijk te voorkomen dat ongewenste stoffen in ons voedsel komen. Denk bijvoorbeeld aan het verminderen van het gebruik van plastic folie en plastic bakjes, geen plastic bakjes in de magnetron, koop onverpakte groente en fruit, geen kant en klaar maaltijden, geen plastic keukengerei of plastic snijplanken, geen pannen met PFAS.
FPF is een Zwitserse non-profit stichting, gericht op bescherming van de mens en zijn omgeving. Zij richten zich op het delen van wetenschappelijke kennis over chemische stoffen die in voeding komen door verpakkingen en alle andere materialen waarmee voedsel in contact komt bij productie en verwerking.
Link naar het rapport (Engels)
Link naar de databases van de FPF (Engels)
Link naar OpenFoodTox van de ESFA
.
De Wageningen Universiteit heeft in 2023 de hoeveelheid stikstof gemeten in de bodem op 126 boslocaties in Nederland. Al deze locaties waren ook in een onderzoek in 1990 bemonsterd. De conclusies zijn verontrustend: de stikstofvoorraad in bosbodems is over de periode 1990-2023 gemiddeld met ruim 1300 kilo per hectare (40 kilo per jaar) toegenomen. Stikstofprofessor Wim de Vries stelt dan ook dat de bossen al decennialang een fastfooddieet van stikstof krijgen.
De bossen lijden hieronder doordat stikstof de bodem vermest (er komen meer voedingsstoffen bij) en verzuurd (waardoor kwetsbare vegetatie vergaat). Met name de vermesting speelt nu een rol in de verslechtering van de bossen, de verzuring valt nog mee omdat de bodem ook veel basische stoffen bevat, zoals calcium, magnesium en kalium.
Wat staat Nederland te doen om de bossen te redden? De auteur van het rapport, ir. J.J. (Anjo) de Jong, zet drie adviezen op een rijtje:
- Voorkom erger, dus: zorg dat de stikstofbelasting op de Nederlandse natuur afneemt.
- Voorkom uitspoeling. De stikstof zit nu relatief veilig in de bosbodem, maar die stikstof-spons raakt wel vol. Dat volgt uit de afname in de verhouding koolstof-stikstof. Als je wilt voorkomen dat de stikstof uitspoelt, wat tot grote verzuring leidt, zal je je bossen zeer zorgvuldig moeten beheren. En bijvoorbeeld niet zomaar grote percelen hout kappen. De beplanting houdt de stikstof vast.
- Ga door met herstelmaatregelen. Dat gaat decennia duren, maar we zullen moeten. Denk aan mineralen toevoegen en sturen op grondwaterstand waar dit mogelijk is.
De onderzoekers hebben uiteraard naar meer stoffen gekeken dan alleen stikstof, hierover kan je meer lezen in het rapport (zie link). Dat het allemaal wel meevalt qua stikstofdepositie is in ieder geval weer weerlegt.
.
Ad Ragas is een van de bestuursleden van Leefmilieu en is sinds april 2022 hoogleraar Humane en Ecologische Risicobeoordeling aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Op donderdag 23 mei 2024 sprak hij onder grote belangstelling zijn oratie uit, getiteld "Waardeloze milieuwetenschap?"
Ad houdt zich bezig met het ontwikkelen van methodes en tools om risico’s van chemische stoffen zo goed mogelijk in kaart te brengen. Zijn uiteindelijke doel hierbij is vooraf te kunnen voorspellen hoeveel van een (nieuwe) chemische stof in het milieu terecht komt, hoe die zich daar gedraagt en wat de schadelijke effecten zijn. Dus nog voordat deze stoffen in het milieu zijn en niet pas erna.
In zijn presentatie ging Ad in op de schoonheid van zijn vak. Maar ook dat het toepassen van de resultaten niet altijd even goed gaat en dat we daar op een betere manier mee om zouden kunnen gaan.
Een van de redenen dat het wetenschappelijk gezien wel eens fout kan gaan, is dat er altijd een restonzekerheid blijft. Ook dit zou je in de risicobeoordeling moeten betrekken: wat als de wetenschap fout zit? Verder komen er in groot tempo steeds meer chemische stoffen op de markt. En wanneer we de risico’s van individuele stoffen kennen, weten we nog niet wat de risico’s zijn wanneer we aan mengsels van deze stoffen worden blootgesteld.
Ook maatschappelijk kan het fout gaan. We hebben erg hoge verwachtingen van de wetenschap en we communiceren daarbij niet goed over de risico’s van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen. Van de andere kant is er steeds meer onzekerheid wat leidt tot steeds meer onderzoek en toenemende complexiteit, waardoor deze onderzoeken niet meer door bezorgde burgers te beoordelen zijn. Probleem is ook dat teveel naar de industrie wordt gekeken voor het onderzoeken van risico’s van chemische stoffen. Er is bij hen weinig motivatie dit voortvarend op te pakken.
Als afsluiting bepleit Ad om bij de beoordeling van een chemische stof ook naar de duurzaamheid te kijken. Dus niet alleen naar eigenschappen en risico’s van die stof te kijken, maar ook naar het belang van die stof voor de samenleving en hoeveel van die stof men uiteindelijk wil toelaten binnen de samenleving, zie afbeelding (SSdD = Safe and sustainable by design).
Klik hier om de presentatie van Ad te bekijken.
LET OP: om de presentatie te bekijken is het volgende wachtwoord nodig: Adoratie
.
In de discussie over de stikstofproblematiek gaat het vaak over de toekomst van de boeren. Is er nog toekomst voor hen in Nederland, want zelf spelen ze vaak de kaart dat dit door alle regelgeving onmogelijk wordt. Urgenda maakte een mooi, heel helder filmpje hoe een duurzaam landbouw- en voedselsysteem in Nederland eruit zou kunnen zien; uiteraard mét boeren.
Gaat dat zien en laat het ook aan anderen zien!
Klik hier om het filmpje van Urgenda te bekijken
.
Het vervolgonderzoek bestrijdingsmiddelen en omwonenden (OBO-2) is gestart. OBO-2 volgt op een eerder onderzoek Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden-1 dat tussen 2015 en 2019 plaats vond.
Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Nivel en IRAS onderzoeken of je ziek kunt worden of kan zijn geworden door blootstelling aan bestrijdingsmiddelen in je omgeving. Gekeken wordt naar de effecten op de gezondheid van omwonenden van landbouwpercelen en van agrariërs.
Het doel van OBO-2 is bijdragen aan de verbetering van het toelatingsbeleid van bestrijdingsmiddelen. Dat moet ertoe leiden dat effecten op de gezondheid verdwijnen of tenminste verminderen. Een ander doel is vragen te beantwoorden die leven bij omwonenden, agrariërs en andere betrokkenen. Want veel van hen maken zich zorgen over het gebruik van bestrijdingsmiddelen in hun buurt of bedrijf.
Bij het onderzoek wordt specifiek gekeken naar de volgende ziektebeelden: Ziekte van Parkinson, leukemie bij kinderen, lymfomen bij volwassenen, COPD, astma en acute en chronische klachten die zijn gemeld bij huisartsen. Ook zijn de cognitieve effecten bij kinderen, zoals effecten op de concentratie, oriëntatie, het maken en uitvoeren van plannen, taal, ruimtelijke taken en het geheugen, onderwerp van het onderzoek.
Leefmilieu maakt, net als bij het eerdere onderzoek, deel uit van de maatschappelijke klankbordgroep (KBG). De KBG adviseert het consortium over de uitvoering van het onderzoek en zorgt ervoor dat het onderzoek aansluit bij vragen die leven in de maatschappij. Ook adviseert de KBG bij het begrijpelijk en goed weergeven van de resultaten, de conclusies en de aanbevelingen.
Vanwege de omvang van het onderzoek is het opgesplitst in deelonderzoeken, u kunt hierover meer lezen op de website https://www.bestrijdingsmiddelen-omwonenden.nl/ . De looptijd van het onderzoek is 2023-2031.
.
Leefmilieu neemt deel aan de klankbordgroep ‘Gezonder vergunnen, samen werken aan schonere lucht’ van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Doel van het project van ODRN is om samen met bedrijven en in samenspraak met bewoners- en milieuorganisaties de luchtkwaliteit in en rond industrieterrein Nijmegen-West en Weurt te verbeteren. Het onderzoek richt zich op bedrijven die relatief veel stikstofoxiden (NOx) en/of fijnstof uitstoten. Samen met de bedrijven en bewoners- en milieuorganisaties worden kansen en mogelijkheden onderzocht om de uitstoot verder te verminderen door te verduurzamen. Gezamenlijk worden best haalbare en presterende technieken onderzocht. Het project is een onderdeel van het landelijke Schone Lucht Akkoord.
Gezamenlijk wordt een lijst met bedrijven opgesteld waar mogelijkheden zijn om uitstoot te verlagen. Bij deze bedrijven wordt onderzocht welke maatregelen er mogelijk zijn om die uitstoot te verlagen. Met de meest kansrijke bedrijven wordt in gesprek gegaan en onderzocht welke maatregelen er gerealiseerd kunnen worden. Dit project wil de omgevingsdialoog bij vergunningverlening, toezicht en handhaving in Nijmegen-West en Weurt vernieuwen. Doel is het onderzoek in oktober 2024 af te ronden.
Verdere informatie:
https://www.odregionijmegen.nl/gezonder-vergunnen/
Bedrijventerrein Nijmegen-West (foto Leefmilieu)
.
Op 25 april deed het Europese Hof van Justitie uitspraak in een zaak die in 2020 was aangespannen door PAN Europe. Het betreft de procedure voor toelating van nieuwe bestrijdingsmiddelen op de Nederlandse markt door het Nederlandse Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden).
Het Hof stelt dat het Nederlandse toelatingsbeleid voor pesticiden niet deugt. Het Ctgb gebruikt bij haar besluitvorming tientallen jaren oude richtlijnen en negeert belangrijke schadelijke effecten en hanteert niet de meest moderne wetenschappelijke inzichten. Dit is in strijd met de Europese verordening op dit gebied. Verder stelt het Hof dat de bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu voorrang heeft op de verbetering van de teelt van planten.
Deze uitspraak geldt niet alleen voor Nederland, maar voor alle lidstaten van de Europese Unie. Het Hof van Justitie stelt hiermee dat elk nieuw middel volledig onderzocht moet worden op mogelijke schadelijke effecten voor mens, dier en milieu en dat daarbij de meest actuele wetenschappelijke kennis gebruikt moet worden. Hoewel bestaande toelatingen niet meteen ongeldig worden, zullen pesticiden bij herkeuringen beter moeten worden onderzocht op schadelijke effecten.
Het is de verwachting dat de bestuursrechter deze uitspraak zal volgen, wat gunstig is voor burgers die zich verzetten tegen het spuiten met pesticiden in hun woonomgeving. Het argument: “het middel is goedgekeurd door het Ctgb dus het is veilig” gaat niet meer op, nu het Europese Hof heeft vastgesteld dat het toelatingsbeleid niet voldoet aan de Europese eisen.
Lees hier de 2 arresten van het Europese Hof: ECLI-EU- C-2024-350 en ECLI-EU-C-2024-356
Klik hier voor het persbericht van PAN-NL.
.
Vroeger werd dood hout steevast uit het bos gehaald. Men was bang dat de insecten en kevers die door dood hout worden aangetrokken, ook de gezonde bomen zouden aantasten maar, men deed het ook om het gevaar van bosbranden te verkleinen. Sinds de jaren ‘80 kreeg men meer aandacht voor het belang van dood hout en werd dood hout gezien als een essentiële factor om de biodiversiteit in het bos te verhogen. Sindsdien wordt minder dood hout uit de bossen verwijderd. Sommigen vinden dat bossen er verwaarloosd bij liggen, als het dode hout niet is weggehaald. Dit wordt minder als men het verhaal achter dood hout in het bos kent. Dood hout is essentieel voor de biodiversiteit.
De meeste biodiversiteit ontstaat als er voldoende variatie aan dood hout is: staand en liggend hout in diverse verteringsstadia, in verschillende boomsoorten, dik en dun hout en op zonnige en beschaduwde plekken. Naar schatting zou 20 % van de totale bosfauna rechtstreeks afhankelijk zijn van dood hout, hetzij als voedselbron, hetzij als nestplaats of schuilplaats. Daarnaast zou nog 20 tot 30 % van de soorten indirect afhankelijk zijn van dood hout omdat ze leven van de insecten die in het dode hout leven. In totaal is 50% van de totale bosfauna daarmee afhankelijk van dood hout.
Kevers, insecten, schimmels en paddenstoelen zorgen dat dood hout langzaam wordt afgebroken. Tijdens dit verteringsproces komen er voedingsstoffen vrij in de bodem. De gevormde humus wordt opgenomen door de omringende planten en zorgt bovendien voor een goede kiembodem voor nieuwe bomen en planten. Ongeveer 50% van een dode boom wordt uiteindelijk omgezet in humus. De verteringssnelheid hangt af van de boomsoort. Zo is de verteringssnelheid van een berk of fijnspar 10 tot 50 jaar, van een linde en 25 tot meer dan 150 jaar.
Het ecologisch richtcijfer voor dood hout ligt momenteel op 30 m3 per hectare of 10 % van het totale houtvolume per hectare, zowel dood als levend. Dit is een fractie van wat in oude, natuurlijke bossen voorkomt, waar 100 tot 200 m3 dood hout per hectare voorkomt. Begin 21st eeuw lag de hoeveelheid dood hout op ongeveer 10 m3 per hectare.
Belangrijk om een biodivers bos te krijgen, is dus te stoppen met dood hout uit bos te verwijderen.
Foto: Paddenstoelen op dode boom (foto Leefmilieu).
Bron: https://www.biogroei.nl/kenniscentrum/dood-hout-brengt-leven-in-het-bos
Zie ook: https://www.wur.nl/nl/artikel/hoeveel-dood-hout-is-optimaal.htm
.
Op 12 april 2024 hield Jelmer Buijs een presentatie ‘Bestrijdingsmiddelen in agrarisch gebied en Natura2000’.
Jelmer Buijs, eigenaar van Buijs Agro-Services, doet al vele jaren onderzoek naar bestrijdingsmiddelen in ons milieu en probeert hiermee aandacht te krijgen voor de grote problemen van bestrijdingsmiddelen voor de natuur en voor onze gezondheid.
Tijdens de presentatie ging hij in op zijn onderzoek waarbij in de periode van juni 2022 tot mei 2023 op zeven locaties in Drenthe en op de Veluwe metingen werden gedaan van meer dan 700 bestrijdingsmiddelen. Vier van de meetlocaties waren gelegen in Natura-2000 gebieden en drie in gebieden zonder Natura-2000 status, nabij landbouwpercelen. De aanwezige bestrijdingsmiddelen zijn gedurende een heel jaar gemeten m.b.v. luchtfilters en door metingen van monsters van eikenblad en gras.
Bekijk hier de presentatie van Jelmer Buijs.
.
Leefmilieu heeft samen met Comité Schone Lucht en MOB beroep aangetekend tegen de nieuwe exploitatiesubsidie voor de nog te bouwen biomassacentrale Diemen van Vattenfall.
De subsidie van 400 miljoen euro is door het ministerie Economische Zaken en Klimaat (EZK) in maart 2023 toegekend. Dat is bijna een jaar ná de stop op dit soort subsidies, in april 2022. Het ministerie stopte deze subsidie voor zogenoemde lagetemperatuurwarmte voor warmtenetten en kastuinbouw vanwege de bezwaren uit de samenleving tegen de negatieve effecten voor bossen en biodiversiteit. Biomassa is schaars en dient daarom juist hoogwaardig te worden ingezet om koolstof vast te houden, en niet te worden verbrand. Voor lagetemperatuurwarmte voor warmtenetten en kastuinbouw zijn alternatieven in de vorm van bodemwarmte en aquathermie. Deze dienen juist te worden opgeschaald, vindt de minister van EZK. Het besluit over de nieuwe subsidie is niet openbaar gepubliceerd.
Om inzicht in het besluit te krijgen heeft Leefmilieu een Woo-verzoek (Wet open overheid) ingediend om de aanvraag en het subsidiebesluit te verkrijgen. Ook is alle interne communicatie rond het subsidiebesluit (tussen betrokken overheidsinstanties en Vattenfall) via een Woo verkregen.
Het ingediende bezwaar is door de juridische afdeling van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) afgewezen. De drie milieuorganisaties zijn nu in beroep gegaan bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB). Zij vragen om de subsidie in te trekken, en beschikbaar te stellen voor échte hernieuwbare energie en energiebesparing zoals woningisolatie.
Klik hier voor meer informatie over dit onderwerp
.
Citizen Science Communicty Nijmegen: Burgeronderzoek in de leefomgeving
Burgerwetenschap is een innovatieve benadering voor wetenschappelijk onderzoek, waarbij burgers een actieve rol spelen. Via allerlei netwerken worden wetenschappers geholpen. De insteek van Citizen Science Community Nijmegen (CSCNijmegen) is om valide en betrouwbare luchtmetingen uit te voeren om inwoners meer te betrekken bij zowel de wetenschap als hun leefomgeving. Sinds 2023 is CSCNijmegen een stichting met een ANBI status en kan daardoor ook fondsen werven.
Eén van de projecten is ‘Lentse Luchten’. Doel van dit project is onderzoeken of te bepalen is welke invloed de prins Mauritssingel, rivier de Waal en/of industrieterrein TPN West hebben op de luchtkwaliteit in Lent/Oosterhout. Hiervoor is een meetnet van PM2.5 sensoren opgezet dat iedere minuut de concentratie fijnstof meet. Hiervoor worden Ohnics sensoren gebruikt die CSCNijmegen zelf maakt, betaalt en onderhoudt. Meetgegevens zijn te vinden op hun website en op https://ohnics.nl/#Lent.
Er is veel belangstelling voor deze sensoren uit andere Nijmeegse wijken en ook buiten Nijmegen, omdat ze relatief goedkoop zijn en toch betrouwbare data leveren. Elke 5 seconden wordt lucht aangezogen, verwarmt, en telt een lezer de stofdeeltjes die voorbij komen. Het oorspronkelijke meetnet van 10 sensoren is opgezet in de 2e helft van 2021 in Lent. In oktober 2023 is het uitgebreid met 9 sensoren (nog 1 te plaatsen) in Oosterhout. Er wordt hard gewerkt aan het automatiseren van de data analyse en het ontwikkelen van een goede manier om deze data voor iedereen weer te geven en te visualiseren.
Naast het project Lentse Luchten is CSCNijmegen ook opdrachtgever bij diverse IT projecten bij HAN in Arnhem, en bij GeoScience projecten in Den Bosch. In Nijmegen informeren ze wijkraden en ambtenaren via het 7-Wijkenoverleg over luchtverontreiniging in Nijmegen west en enthousiasmeren leerlingen om ook burgerwetenschapper te worden.
CSCNijmegen werkt met drie bestuursleden, een 20-tal leden en enkele externen aan deze activiteiten. Ze zoeken hulp om de uitbouw van de site te verbeteren, en om de data steeds beter te verspreiden onder inwoners van Nijmegen. Mocht je kunnen bijdragen, stuur dan een mail naar info@cscijmegen.nl
Meer informatie op de website van CSCNijmegen: https://www.cscnijmegen.nl
Meer informatie burgerwetenschap: https://www.rivm.nl/burgerwetenschap
.
PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) is een verzamelnaam voor zo’n 6.000 chemische stoffen die gebruikt worden om producten water-, vuil-, stof- of vetafstotend te maken. PFAS-stoffen zijn schadelijk voor mens en milieu, breken niet af en hopen zich op in toenemende mate op in mens dier en plant.
Minder bekend is dat er ook PFAS-stoffen zijn die als pesticiden op groenten en fruit worden gespoten en daarmee ons voedsel kunnen besmetten, met als gevolg een rechtstreekse blootstelling van de consument aan PFAS-stoffen. Er bestaan weliswaar wettelijke normen voor de maximale hoeveelheden van individuele bestrijdingsmiddelen in ons voedsel, maar gezien de lopende discussies bestaan er gerede zorgen dat de risico’s worden onderschat, met name voor deze PFAS-stoffen en wanneer je meerdere van deze stoffen tegelijkertijd binnen krijgt.
Het gebruik van PFAS-stoffen als pesticiden draagt rechtstreeks bij aan de vervuiling van de bodem, het oppervlaktewater en de voedselketen. In de Europese Unie gaat het om enkele tientallen PFAS-stoffen die goedgekeurd zijn om als pesticiden gebruikt te worden.
Veel boeren weten echter niet dat zij PFAS-stoffen als pesticiden gebruiken, omdat op de etiketten van die middelen niet hoeft te staan dat het om PFAS-stoffen gaat. Sinds 2021 loopt er een traject om het gebruik van PFAS-stoffen in Europa te verminderen, maar juist het gebruik van PFAS-stoffen in pesticiden voor groenten en fruit is hiervan uitgesloten. Voor Pesticiden bestaat er namelijk een eigen Europese regeling waar deze stoffen onder zouden vallen, maar die biedt nog onvoldoende bescherming tegen PFAS-pesticiden.
Uit onderzoek van PAN-Europe over de periode 2011-2021 blijkt nu dat we in Europa in toenemende mate aan cocktails van PFAS-pesticiden in fruit en groenten worden blootgesteld. De blootstelling van de consument aan PFAS-stoffen via het voedsel is in deze periode verveelvoudigd.
Dit is zorgelijk, want PFAS-stoffen zijn schadelijk voor onze gezondheid, niet afbreekbaar en hopen zich op in ons lichaam. Verder leidt het gebruik van PFAS-pesticiden tot een steeds verdere verspreiding van PFAS-stoffen in milieu. Alle reden om op te roepen tot een verbod op alle PFAS-pesticiden.
Van het onderzoek is een verkorte Nederlandse versie beschikbaar met de resultaten die vooral op Nederland betrekking hebben. Zo was bijvoorbeeld in 2021 van de in Nederland geteelde aardbeien- en komkommermonsters 70% besmet met PFAS-pesticiden. Ook bevat deze versie de omzetcijfers van PFAS-pesticiden in Nederland in de onderzoeksperiode.
Lees hier de Nederlandse versie van het onderzoek: Giftige oogst
En het bijbehorende Persbericht
In de uitgebreide Engelse versie staan de onderzoeksresultaten van alle betrokken EU-landen.
Lees hier het Engelse rapport met alle onderzoeksresultaten: Toxic Harvest-Report
Lees hier de Briefing van dit onderzoek: Toxic Harvest-briefing
.
Antoinette Verbrugge wint eerste ‘Marga Jacobs Milieuprijs’ voor haar inzet voor gezondheid omwonenden Tata Steel
Nijmegen, 28 januari 2024 - Antoinette Verbrugge uit Wijk aan Zee, de drijvende kracht achter ‘Gezondheid op 1’, heeft de eerste Marga Jacobs Milieuprijs gewonnen. Ze ontving de prijs vandaag uit handen van juryvoorzitter Margot Ribberink voor haar inzet voor de gezondheid van omwonenden van Tata Steel. De tweejaarlijkse prijs is ingesteld als eerbetoon aan de in 2020 overleden milieuactiviste Marga Jacobs en is nu voor het eerst uitgereikt.
De jury* was erg te spreken over de inzet en werkwijze van winnaar Verbrugge. Juryvoorzitter Ribberink: ‘Antoinette gebruikt een variatie aan strategieën om mensen te ‘empoweren’, van klassiek mobiliseren, informeren en bewust maken tot het zoeken van interactie met kunstenaars en theatermakers. Ze zoekt zelfs de verbinding in het theater met in de zaal ook mensen van Tata Steel. Dat is heel vernieuwend!’ De jury was ook onder de indruk van hoe Verbrugge vanuit het lokale, allerlei landelijke milieu-, gezondheids- en verwante experts en organisaties weet te verbinden. Ribberink: ‘Dat is hard nodig want niet alleen in de IJmond gaat het slecht met gezondheid van mensen in relatie tot het milieu, dat is helaas op veel meer plaatsen het geval. Antoinette is dan ook een voorbeeld in de geest van Marga Jacobs.’
Lof voor alle genomineerden
Andere genomineerden voor de Marga Jacobs Milieuprijs waren, Kien van Hövell tot Westerflier van Landgoed Grootstal, Roderick Peters, fijnstof/citizen science in Lent en Maria Berkers van Stop de Stank uit Deurne. De jury had veel lof voor alle vier de genomineerden en had het liefst alle vier de prijs gegund. Ze had dan ook mooie woorden voor de andere genomineerden.
Lees hier het hele persbericht
Lees hier het minicollege van Pieter Leroy
Lees hier de Column van Rob Jaspers
Herinnering aan Marga van Henk Nijhuis
Herinnering aan Marga van Rutger Jan Pessers
Herinnering aan Marga van Eric van Kaathoven
.
Op zondagmiddag 28 januari (14.30- 17.00 uur) wordt bij First things first in de oude HONIG fabriek in Nijmegen de allereerste Marga Jacobs Milieuprijs uitgereikt.
Thema van de dag: Milieupositivisme in een dramatische wereld, hoe houd je energie?
De jury zal de prijs uitreiken aan de winnaar en de keuze toelichten. In het programma zullen daarnaast diverse sprekers reflecteren op het thema van de middag. Tevens is er is een muzikale omlijsting en gelegenheid tot napraten.
Klik hier voor meer informatie over de Marga Jacobs Milieuprijs.
.
Tegengas Nijmegen wil een referendum om de bouw van een nieuwe aardgascentrale in Nijmegen te voorkomen. De Gemeenteraad van Nijmegen behandelt op 31 januari 2024 het bestemmingsplan waarin de bouw wordt toegestaan.
Uiterlijk 24 januari om 12:00 uur moeten 850 handtekeningen binnen zijn voor een inleidend verzoek. Alle kiesgerechtigde inwoners van Nijmegen mogen tekenen. Dat kan online via de website https://tegengasnijmegen.nl/ . Via de knop op de website kom je op de website van de gemeente. Daar kun je ondertekenen.
.
RWE, het grootste energiebedrijf in Nederland, is dit najaar gestart met de milieu-procedure om haar twee kolencentrales Amer en Eemshaven om te bouwen naar 100% biomassaverbranding met CO2-afvang en -opslag (BECCS: Bioenergy with Carbon Capture and Storage). De nog op te stellen milieu-effectrapportages dienen als milieurapport bij de in te dienen vergunningaanvragen. Met dit initiatief spant RWE het paard achter de wagen. Uit vele studies blijkt dat BECCS een valse belofte is en desastreus voor klimaat en biodiversiteit. De technologie is onbewezen, peperduur, stoot CO2 uit en is zeer schadelijk voor bossen en natuur.
RWE wil in de kolencentrale Eemshaven jaarlijks 6 miljoen ton biomassa verbranden, en in de kolencentrale Amercentrale jaarlijks 2.5 miljoen ton. In totaal 8.5 miljoen ton. Uitgaande van hout als biomassa zou het gehele Nederlandse bos in ruim 4 jaar zijn kaalgekapt en opgestookt.
Per saldo geen afvang van CO2
Wetenschappers geven aan dat de zogenaamde ‘klimaatmaatregel BECCS’ juist CO2 uitstoot in plaats van afvangt. Zo gaf wetenschapper dr. Tim Searchinger van de Princeton Universiteit (VS) tijdens het Rondetafelgesprek biomassa op 15 juni jl in de Tweede Kamer dit nogmaals aan. Bij BECCS ziet de energiesector met opzet een aantal grote CO2-emissies over het hoofd. Daardoor wordt biomassaverbranding met CO2-afvang en opslag volledig ten onrechte CO2-negatief genoemd.
BECCS is een poging van energiebedrijven om hun kolen- en energiecentrales op biomassa te blijven stoken, en daarvoor subsidies op te strijken. Klimaatsubsidies dienen niet aan biomassaverbranding of aan BECCS te worden uitgegeven maar aan échte duurzame energie zoals wind- en zonne-energie, en aan energiebesparing.
Lees hier meer over BECCS in artikel van FERN (Engels)
Bekijk position paper Tim-Searching
.
Op 1 november 2023 vond in Amersfoort het slotsymposium van het SUSPECt project plaats, een project waar Leefmilieu in de klankbordgroep zat. SUSPECt staat voor Support Tools for Risk-based Prioritization and Control of Contaminants of Emerging Concern.
In dit project zijn nieuwe instrumenten ontwikkeld om de aanwezigheid en effecten van gifstoffen in water te voorspellen; zowel in de stad als op het platteland. Tijdens het slot symposium werden deze nieuwe instrumenten gepresenteerd aan de hand van een studie in het stroomgebied van de rivier de Eem. Deze studie bevestigde 2 belangrijke conclusies:
1. De waterkwaliteit in een stroomgebied kan gedurende het jaar worden voorspeld als bekend is welke stoffen in welke hoeveelheden binnen dit gebied worden gebruikt; hetgeen nauw samenhangt met het landgebruik. Voor twee typen stoffen en landgebruik is in SUSPECt aangetoond dat dit goed werkt, namelijk voor medicijnresten in stedelijke gebieden en voor veterinaire medicijnen in de veeteelt. Dat is betekenisvol, omdat voorspeld kan worden of het watersysteem deze gifstoffen aankan.
2. De waterbeheerder kan aan de hand van de SUSPECt-werkwijze vaststellen welke bronnen bijdragen aan de toxische druk; en, als de toxische druk ergens te hoog wordt, welke maatregelen het meest effectief zullen zijn. Zo kan de waterbeheerder de bedreigingen voor de waterkwaliteit in kaart brengen. Daarna kan de waterbeheerder, samen met de regionale belanghebbenden, de meest effectieve maatregelen nemen om te voorkomen dat de waterkwaliteit wordt aangetast of om deze gericht verbeteren.
Klik hier voor meer informatie
Lees hier het verslag van de dag en de presentatie
.
December 2023. Zogenoemde transportbiobrandstoffen worden als vervanger voor fossiele brandstoffen voor vervoer ingezet. Deze klimaatmaatregel is het paard achter de wagen. Transportbiobrandstoffen worden gemaakt van plantaardig of dierlijk materiaal. Het gaat bijvoorbeeld om palmolie- en sojarestafval, koolzaad, maïs en tarwe, afvalvet uit slachthuizen en gebruikt frituurvet. Biobrandstof uit palmolie en sojaolie is vanaf 1 januari 2022 wettelijk uitgesloten. Reden hiervoor is dat voor de aanleg van sojavelden en palmolieplantages regenwoud wordt gekapt.
Biobrandstof uit soja en palmolie is daardoor beduidend slechter voor het klimaat dan fossiele brandstof. Om landbouwgrond te verkrijgen, worden mensen van hun land verjaagd. Leefgebieden van bedreigde diersoorten zoals de orang-oetan, worden steeds kleiner.
De uitfasering van palmolie en sojaolie als energiegewassen geldt helaas niet voor andere voedselgewassen zoals koolzaad, suikerriet, mais of tarwe. Voor deze gewassen is zoveel landbouwgrond nodig, dat ook hiervoor regenwoud wordt gekapt. Transportbiobrandstoffen uit voedselgewassen zijn daardoor bijna 2 keer schadelijker voor het klimaat dan de fossiele variant. Herbebossing van land is beter voor het klimaat, dan het telen van gewassen voor biobrandstoffen. Dat haalt meer CO2 uit de lucht dan de CO2-uitstoot die door het gebruik van de biobrandstof wordt bespaard.
Op 28 november jl. maakte een vliegtuig van Virgin Atlantic Airways de eerste transatlantische vlucht op pure biobrandstof. Transport & Environment (T&E) berekende dat voor zo’n vlucht het afvalvet van 8.800 geslachte varkens nodig is. Zo wordt de intensieve varkenshouderij in stand gehouden. Bovendien maken andere sectoren al gebruik van deze dierlijke ‘reststromen’. Als deze nu ingezet worden als biobrandstof dreigt de zeep- en diervoedingsector over te stappen op onder meer palmolie. Dit heeft tot gevolg méér CO2-uitstoot in plaats van minder. Ook biobrandstof uit gebruikte frituurolie heeft forse nadelen. Veel van de gebruikte frituurolie komt uit China. Dit heeft indirecte CO2-effecten tot gevolg, doordat de Chinezen voor hun eigen verbruik overschakelen op palmolie. Afvalvet en afgewerkte frituurolie als input voor biobrandstof blijken ook fraudegevoelig in de praktijk, omdat er veel geld mee valt te verdienen.
Het gebruik van biobrandstoffen uit plantaardig en dierlijk materiaal is een valse klimaatoplossing die de overstap naar duurzaam vervoer blokkeert. Overheidsbeleid dient in te zetten op minder en schoner vervoer, minder vliegen, minder met grondstoffen over de wereld slepen, beter openbaar vervoer, fietsvriendelijke steden en elektrische (deel-)voertuigen.
Meer over biobrandstoffen in Europa (Engels artikel)
.
November 2023. Na een stevige lobby van de chemische industrie en boerenorganisaties geeft de EU voor nog eens 10 jaar toestemming voor het gebruik van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat.
Deze toestemming is zwaar omstreden omdat wetenschappelijke studies een verband aantonen tussen glyfosaat en verschillende gezondheidsproblemen, waaronder kanker, doodgeboorten, misvormingen, autismespectrumstoornissen en de ziekte van Parkinson. Ook is aangetoond dat glyfosaat negatieve effecten heeft op bodemleven, waterkwaliteit en biodiversiteit. Daarmee is het besluit ook in strijd met de bestrijdingsmiddelenwetgeving van de EU, die prioriteit geeft aan de bescherming van gezondheid en biodiversiteit boven economische belangen.
Redenen te over voor een aantal NGO’s (PAN Europe, Générations Futures, Global2000, PAN Duitsland en PAN Nederland) om de goedkeuring van glyfosaat aan te vechten bij het Europese Hof van Justitie. Hiermee hopen zij te bewijzen dat de hernieuwde goedkeuring van glyfosaat niet in overeenstemming is met de EU pesticidenverordening.
Voorafgaand aan de stemming over de hernieuwde toelating van glyfosaat riepen al tal van wetenschappers en maatschappelijke organisaties in Europa op om tegen te stemmen. Zo stuurden in Nederland 159 wetenschappers een brandbrief aan de betrokken ministers om tegen de verlengde toelating van glyfosaat te stemmen. In deze brandbrief werd onder meer een duidelijk verband gelegd tussen glyfosaat en de ziekte van Parkinson. Ook sprak onze Tweede Kamer zich voorafgaand aan de stemming uit tegen een verlenging van de toelating van glyfosaat. Desondanks stemde de Nederlandse vertegenwoordiging niet tegen het voorstel, maar onthield zich van stemming. Helaas woog ook hier het belang van de agro-industrie zwaarder dan dat van de volksgezondheid en het milieu.
Lees hier het persbericht van de NGO’s
Lees hier de brandbrief van de 159 wetenschappers
.
In 2020 overleed Marga Jacobs, voorzitter van de vereniging Leefmilieu (zie foto). Een groot deel van haar leven heeft ze zich belangeloos ingezet voor het ondersteunen van mensen die opkomen voor het lokale leefmilieu. Zij deed dat met veel passie en op een geheel eigen wijze waarbij ze mensen steeds met elkaar wist te verbinden.
Het bestuur van Leefmilieu heeft het initiatief genomen om Marga te eren met een tweejaarlijkse milieuprijs. Daarmee willen we tegelijkertijd mensen een pluim geven die zich met vergelijkbare energie als Marga inzetten voor een beter leefmilieu.
28 januari 2024 wordt de Marga Jacobs Milieuprijs voor de eerste keer uitgereikt.
De jury bestaat uit emeritus hoogleraar Milieukunde Pieter Leroy, weervrouw Margot Ribberink, journalist Rob Jaspers, voorzitter van vereniging Leefmilieu, Claudia van Steen, en echtgenoot van Marga Jacobs, Wil Janssen.
De nominatie is inmiddels gesloten. Nomineren van iemand die wel een pluim verdient voor zijn/haar inzet voor het milieu, kon tot uiterlijk 30 oktober 2023.
.