De vereniging Leefmilieu zet zich ook in voor natuur binnen en buiten de stad en ondersteunt mensen die daarvoor opkomen.
Kaalkap geen bosbeheersmaatregel
Op 26 september vond de rechtszitting over het beroep van Leefmilieu tegen kaalkap als bosbeheersmaatregel bij Rechtbank Arnhem plaats. Samen met Stichting Natuurbelang Nederland, MOB, Comité Schone Lucht, en Stichting ter behoud van het Schoorlse- en Noord-Kennemerduingebied heeft Leefmilieu dit beroep op 10 oktober 2022 tegen het besluit van de minister LVVN aangetekend. In het besluit keurt de minister bosbeheersmaatregelen als kaalkap tot 2 hectare en bodembewerking (bijvoorbeeld het frezen van de toplaag) goed, zoals beschreven in de ”Gedragscode soortenbescherming bosbeheer 2022”. Bij kaalkap worden álle bomen in een bosareaal tegelijk geveld. Volgens de vijf natuur- en milieuorganisaties zijn de beheermethoden kaalkap en bodembewering volledig in strijd met de Wet natuurbescherming en Europese Habitatrichtlijn. Deze maatregelen bieden onvoldoende garanties voor de te beschermen soorten. Dat geldt vooral voor beschermde soorten die gebonden zijn aan volwassen bos, oud bos en bos in de vervalfase. Met het opnemen van deze ruimtelijke ingrepen en de genoemde minimale restricties kunnen boseigenaren gemakkelijk oneigenlijk gebruik maken van de doelen uit de Gedragscode, door voluit hout te gaan oogsten onder het mom van bescherming van soorten. Dat het werkelijke doel het verkrijgen van economisch gewin en maximale handelingsvrijheid is, wordt buiten beeld gehouden. Volgens de milieu- en natuurorganisaties is uitkap (selectieve kap) wél een goede bosbeheersmaatregel. Bij uitkap worden individuele bomen geoogst terwijl buurbomen blijven staan. Bij uitkap ontstaan leeftijdsverschillen van bomen en boomsoortverschillen, wordt de structuur van het bos versterkt, en de biodiversiteit verhoogd. Het bos blijft permanent bos. Ook Stichting Natuurvolgend Bosbeheer en Stichting Natuurbelang hebben beroep aangetekend. Rechtbank Arnhem heeft aangegeven binnen 6 weken uitspraak te doen, tenzij de rechtbank voor het besluit meer tijd nodig heeft.
Beroep van Stichting Natuur Volgend Bosbeheer
Nederlandse bossen gebukt onder ‘fastfood’ stikstof
De Wageningen Universiteit heeft in 2023 de hoeveelheid stikstof gemeten in de bodem op 126 boslocaties in Nederland. Al deze locaties waren ook in een onderzoek in 1990 bemonsterd. De conclusies zijn verontrustend: de stikstofvoorraad in bosbodems is over de periode 1990-2023 gemiddeld met ruim 1300 kilo per hectare (40 kilo per jaar) toegenomen. Stikstofprofessor Wim de Vries stelt dan ook dat de bossen al decennialang een fastfooddieet van stikstof krijgen.
De bossen lijden hieronder doordat stikstof de bodem vermest (er komen meer voedingsstoffen bij) en verzuurd (waardoor kwetsbare vegetatie vergaat). Met name de vermesting speelt nu een rol in de verslechtering van de bossen, de verzuring valt nog mee omdat de bodem ook veel basische stoffen bevat, zoals calcium, magnesium en kalium.
Wat staat Nederland te doen om de bossen te redden? De auteur van het rapport, ir. J.J. (Anjo) de Jong, zet drie adviezen op een rijtje:
- Voorkom erger, dus: zorg dat de stikstofbelasting op de Nederlandse natuur afneemt.
- Voorkom uitspoeling. De stikstof zit nu relatief veilig in de bosbodem, maar die stikstof-spons raakt wel vol. Dat volgt uit de afname in de verhouding koolstof-stikstof. Als je wilt voorkomen dat de stikstof uitspoelt, wat tot grote verzuring leidt, zal je je bossen zeer zorgvuldig moeten beheren. En bijvoorbeeld niet zomaar grote percelen hout kappen. De beplanting houdt de stikstof vast.
- Ga door met herstelmaatregelen. Dat gaat decennia duren, maar we zullen moeten. Denk aan mineralen toevoegen en sturen op grondwaterstand waar dit mogelijk is.
De onderzoekers hebben uiteraard naar meer stoffen gekeken dan alleen stikstof, hierover kan je meer lezen in het rapport (zie link). Dat het allemaal wel meevalt qua stikstofdepositie is in ieder geval weer weerlegt.
Inaugurale rede Ad Ragas: Waardeloze milieuwetenschap?
Ad Ragas is een van de bestuursleden van Leefmilieu en is sinds april 2022 hoogleraar Humane en Ecologische Risicobeoordeling aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Op donderdag 23 mei 2024 sprak hij onder grote belangstelling zijn oratie uit, getiteld "Waardeloze milieuwetenschap?"
Ad houdt zich bezig met het ontwikkelen van methodes en tools om risico’s van chemische stoffen zo goed mogelijk in kaart te brengen. Zijn uiteindelijke doel hierbij is vooraf te kunnen voorspellen hoeveel van een (nieuwe) chemische stof in het milieu terecht komt, hoe die zich daar gedraagt en wat de schadelijke effecten zijn. Dus nog voordat deze stoffen in het milieu zijn en niet pas erna.
In zijn presentatie ging Ad in op de schoonheid van zijn vak. Maar ook dat het toepassen van de resultaten niet altijd even goed gaat en dat we daar op een betere manier mee om zouden kunnen gaan.
Een van de redenen dat het wetenschappelijk gezien wel eens fout kan gaan, is dat er altijd een restonzekerheid blijft. Ook dit zou je in de risicobeoordeling moeten betrekken: wat als de wetenschap fout zit? Verder komen er in groot tempo steeds meer chemische stoffen op de markt. En wanneer we de risico’s van individuele stoffen kennen, weten we nog niet wat de risico’s zijn wanneer we aan mengsels van deze stoffen worden blootgesteld.
Ook maatschappelijk kan het fout gaan. We hebben erg hoge verwachtingen van de wetenschap en we communiceren daarbij niet goed over de risico’s van bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen. Van de andere kant is er steeds meer onzekerheid wat leidt tot steeds meer onderzoek en toenemende complexiteit, waardoor deze onderzoeken niet meer door bezorgde burgers te beoordelen zijn. Probleem is ook dat teveel naar de industrie wordt gekeken voor het onderzoeken van risico’s van chemische stoffen. Er is bij hen weinig motivatie dit voortvarend op te pakken.
Als afsluiting bepleit Ad om bij de beoordeling van een chemische stof ook naar de duurzaamheid te kijken. Dus niet alleen naar eigenschappen en risico’s van die stof te kijken, maar ook naar het belang van die stof voor de samenleving en hoeveel van die stof men uiteindelijk wil toelaten binnen de samenleving, zie afbeelding (SSdD = Safe and sustainable by design).
Klik hier om de presentatie van Ad te bekijken.
LET OP: om de presentatie te bekijken is het volgende wachtwoord nodig: Adoratie
Dood hout, het biologisch goud van het bos
Vroeger werd dood hout steevast uit het bos gehaald. Men was bang dat de insecten en kevers die door dood hout worden aangetrokken, ook de gezonde bomen zouden aantasten maar, men deed het ook om het gevaar van bosbranden te verkleinen. Sinds de jaren ‘80 kreeg men meer aandacht voor het belang van dood hout en werd dood hout gezien als een essentiële factor om de biodiversiteit in het bos te verhogen. Sindsdien wordt minder dood hout uit de bossen verwijderd. Sommigen vinden dat bossen er verwaarloosd bij liggen, als het dode hout niet is weggehaald. Dit wordt minder als men het verhaal achter dood hout in het bos kent. Dood hout is essentieel voor de biodiversiteit.
De meeste biodiversiteit ontstaat als er voldoende variatie aan dood hout is: staand en liggend hout in diverse verteringsstadia, in verschillende boomsoorten, dik en dun hout en op zonnige en beschaduwde plekken. Naar schatting zou 20 % van de totale bosfauna rechtstreeks afhankelijk zijn van dood hout, hetzij als voedselbron, hetzij als nestplaats of schuilplaats. Daarnaast zou nog 20 tot 30 % van de soorten indirect afhankelijk zijn van dood hout omdat ze leven van de insecten die in het dode hout leven. In totaal is 50% van de totale bosfauna daarmee afhankelijk van dood hout.
Kevers, insecten, schimmels en paddenstoelen zorgen dat dood hout langzaam wordt afgebroken. Tijdens dit verteringsproces komen er voedingsstoffen vrij in de bodem. De gevormde humus wordt opgenomen door de omringende planten en zorgt bovendien voor een goede kiembodem voor nieuwe bomen en planten. Ongeveer 50% van een dode boom wordt uiteindelijk omgezet in humus. De verteringssnelheid hangt af van de boomsoort. Zo is de verteringssnelheid van een berk of fijnspar 10 tot 50 jaar, van een linde en 25 tot meer dan 150 jaar.
Het ecologisch richtcijfer voor dood hout ligt momenteel op 30 m3 per hectare of 10 % van het totale houtvolume per hectare, zowel dood als levend. Dit is een fractie van wat in oude, natuurlijke bossen voorkomt, waar 100 tot 200 m3 dood hout per hectare voorkomt. Begin 21st eeuw lag de hoeveelheid dood hout op ongeveer 10 m3 per hectare.
Belangrijk om een biodivers bos te krijgen, is dus te stoppen met dood hout uit bos te verwijderen.
Foto: Paddenstoelen op dode boom (foto Leefmilieu).
Bron: https://www.biogroei.nl/kenniscentrum/dood-hout-brengt-leven-in-het-bos
Zie ook: https://www.wur.nl/nl/artikel/hoeveel-dood-hout-is-optimaal.htm
Extra maatregelen noodzakelijk voor goede waterkwaliteit
Sinds 2000 is de Europese de Kaderichtlijn Water (KRW) van kracht.
In de KRW staat voor alle wateren in Europa aan welke kwaliteit ze in 2027 moeten voldoen. Maar met het realiseren van deze kwaliteit schiet het in Nederland nog niet op. Zo was bijvoorbeeld in 2020 de kwaliteit van 90% van de Nederlandse oppervlaktewateren niet op orde door een teveel aan meststoffen.
Mocht het Nederland niet lukken om aan de doelen van de KRW te voldoen, dan kan dat ook juridische consequenties hebben. Zo kunnen activiteiten stil komen te liggen door een verbod van een lozing op het riool of het oppervlaktewater, of door het verbieden van de onttrekking van grondwater. Ook kunnen we te maken krijgen met boetes vanuit de Europese Unie.
Wat nu?
In mei dit jaar publiceerde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) het advies ‘Goed water goed geregeld’. Dit advies biedt een lezenswaardige analyse waarom de kwaliteit van het Nederlandse water nog steeds niet aan de Europese normen voldoet en wat er zou moet gebeuren om wel aan deze eisen te gaan voldoen.
De Rli constateert dat het huidige en voorgenomen beleid om de waterkwaliteit te verbeteren en de uitvoering daarvan tekortschieten. Oorzaken zijn onder meer een gebrek aan urgentiebesef, een te grote vrijblijvendheid bij de keuze voor en het gebruik van beschikbare beleidsinstrumenten, en een gebrekkige invulling en uitvoering van taken en verantwoordelijkheden. Zo zijn bijvoorbeeld de huidige algemene regels voor meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en het lozen van gevaarlijke stoffen niet voldoende om de KRW-doelen kunnen te halen. Aanvullende maatregelen zijn dus nodig.
De Rli doet onder meer de volgende aanbevelingen:
- Laat de KRW-doelen expliciet en bindend doorwerken in de wetgeving, regelgeving en besluitvorming op alle betrokken beleidsterreinen.
- Scherp de algemene regels voor meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en het lozen van gevaarlijke stoffen aan, zodat deze aansluiten op de doelen van de KRW.
- Zorg dat er een totaaloverzicht komt van alle vergunningen voor wateronttrekkingen en lozingen van de verschillende stoffen.
- Room het aantal fosfaat- en dierrechten dat wordt verhandeld stapsgewijs af en neem ze uit de handel.
- Reken de effecten van alle huidige en voorgestelde maatregelen door en neem zonodig aanvullende maatregelen.
Link naar het advies ‘Goed water goed geregeld’ van de Rli
Link naar het persbericht van de Rli
Link naar de kabinetsreactie op het advies
Leefmilieu: trek nieuwe subsidie biomassacentrale Diemen in
Leefmilieu heeft samen met milieuorganisaties Comité Schone Lucht en MOB bezwaar ingediend tegen de afgifte van nieuwe subsidie voor de biomassacentrale Diemen van Vattenfall. De organisaties hebben gevraagd de subsidie in te trekken. De biomassacentrale Diemen is door Vattenfall gepland om het Amsterdamse warmtenet van extra warmte te voorzien. De biomassacentrale is hét nationale en internationale icoon geworden van de inmiddels jarenlange strijd tegen houtverbranding als zogenaamde hernieuwbare energie.
Klimaatminister Jetten heeft de nieuwe biomassasubsidie op 22 maart 2023 verstrekt. De subsidie- aanvraag (dd 22 september 2023) en het besluit zijn strijdig met de onmiddellijke stop op subsidie voor nieuwe biomassacentrales voor lagetemperatuurwarmte (zoals warmtenetten en kastuinbouw) die de minister zelf op 22 april 2022 (ongeveer een jaar eerder) heeft ingesteld. De aanvraag is 5 maanden na de subsidiestop ingediend. Desondanks is nieuwe subsidie ten onrechte door de minister vergund. Een extra bezwaar is dat de milieuvergunning voor de biomassacentrale op 31 augustus jl door de Raad van State is vernietigd en een milieu-effectrapport door de Raad is verplicht gesteld. Subsidieaanvraag en -besluit zijn nu niet voorzien van rechtsgeldige documenten.
Op 18 september jl geeft Vattenfall aan de ontwikkeling van een biowarmtecentrale in Diemen te pauzeren en in gesprek te gaan met de betrokken gemeenten, de provincie Noord-Holland en demissionair minister Jetten van Klimaat en Energie om samen de mogelijkheden van alternatieve duurzame warmtebronnen en de tijdige ontwikkeling daarvan te verkennen. De drie milieuorganisaties houden vast aan hun bezwaar tegen de verstrekte subsidie.
Link naar bezwaar tegen nieuwe subsidie
Link naar documenten mbt subsidievraag Vattenfall en besluit daarop
Link naar de onmiddellijke subsidiestop voor laagwaardige warmte uit biogrondstoffen
Natuur delft nog steeds het onderspit door slappe knieën van het kabinet
Het kabinet heeft nog steeds haar prioriteiten niet op orde. Om de meest kwetsbare natuur, die nu op omvallen staat, veilig te stellen moet de stikstofneerslag op die natuur zo snel mogelijk, en uiterlijk voor eind 2025, drastisch verminderen. Maar in zowel het advies van Remkes als de kabinetsreactie, miste de ecologische onderbouwing van de korte termijn maatregelen. Dat betekent dat volstrekt onduidelijk is of met deze maatregelen de meest kwetsbare natuur is gered.
Ook wil het kabinet de stikstofruimte, die door de aanpak van piekbelasters moet ontstaan, net als Remkes, met voorrang inzetten om bedrijven zonder vergunning (onder andere de ‘PAS melders’) te helpen en snelwegen aan te leggen. Het redden van de meest kwetsbare natuur is daarbij ondergeschikt. Door zelfs te kiezen voor een afgezwakte, vrijwillige aanpak van de piekbelasters, doet het kabinet opnieuw een knieval richting de agrarische sector.
Ondertussen is er levendige, en verdienstelijke handel in ‘stikstofrechten’ ontstaan. Groot probleem daarbij is dat ook onbenutte (‘latente’) stikstofemissies verhandeld worden, waardoor de totale emissie zelfs kan toenemen!
Het is ook zeer zorgelijk dat het kabinet aan de stikstof-reductiedoelstelling in 2030 morrelt door twee ijkmomenten in de wet op te nemen (in 2025 en 2028). In die jaren wordt bekeken of er ‘dwingende redenen zijn’ om meer tijd te nemen voor natuurherstel. Dat zet de deur nú al wagenwijd open voor vertragingstactieken van onwillige provinciale bestuurders.
Kortom, we zien na het rapport Remkes en de reactie van het kabinet geen daadkracht maar weer praatjes, ‘nieuwe’ kaartjes, geitenpaatjes die tot niks goeds leiden, ook niet voor de boeren. Een fundamentele aanpak van de natuurcrisis en hervorming van ons voedselsysteem is op de lange baan geschoven.
Biomassaverbranding in Richtlijn niet als hernieuwbaar meetellen
November 2022. Leefmilieu heeft samen met ruim 30 Europese milieuorganisaties een gezamenlijk standpunt over de revisie van de Richtlijn hernieuwbare energie (RED) naar de Europese politiek gestuurd. De milieuorganisaties vinden dat biomassaverbranding niet als hernieuwbare energie dient te worden meegeteld. De Europese Commissie, de Europese Raad van 27 klimaatministers en het Europees parlement hebben elk voorstellen voor revisie gedaan. Het Europees parlement heeft – relatief gezien – het meest ambitieuze voorstel, hoewel dat voorstel nog zonder meer veel duurzamer kan. Echter de huidige onderhandelingen dienen conform de Europese regels plaats te vinden binnen het kader van de drie voorstellen. Vertegenwoordigers van deze drie Europese organen onderhandelen nu om tot een eindresultaat te komen.
De milieuorganisaties vragen de Europese Raad qua ambitie ‘op te schuiven’ naar het voorstel van het Europees parlement.
Het gaat om de volgende aanbevelingen:
1. Het stoppen van subsidies en stimuleringsmaatregelen voor energie uit primaire houtige biomassa. Dit is onbewerkt hout dat rechtstreeks uit het bos wordt gehaald. De vrijkomende subsidies kunnen worden ingezet om Europese burgers die het nodig hebben, te helpen hun woningen te isoleren. Ook om beter bosbeheer en écht schone hernieuwbare energiebronnen (zoals geothermie, zonne- en windenergie), te realiseren.
2. Het beperken en afbouwen van het meetellen van energie uit primaire houtachtige biomassa bij Europese doelstellingen voor hernieuwbare energie.
3. Een eenduidige definitie van primaire houtige biomassa. Zónder uitzonderingen of mazen in de wet. Uitgezonderde houtstromen die nu nog kunnen worden verbrand betreffen hout afkomstig van het brandveilig maken van bossen, van het bestrijden van ziekten en plagen, en van stormschade. Met behulp van deze uitzonderingen worden nu nog hele bossen kaalgekapt.
4. Het toepassen van het cascadeprincipe, dat ervoor zorgt dat hout eerst voor hoogwaardiger toepassingen (zoals constructie- en isolatiemateriaal voor de bouw) wordt gebruikt, door een gedelegeerde wet waardoor alle lidstaten dit principe strikt dienen toe te passen.
5. Het uitsluiten van natuurlijke bossen, oerbossen en wetlands van gebieden waar biomassa wordt gewonnen. Zo wordt voorkomen dat hout afkomstig uit deze gebieden die rijk zijn aan biodiversiteit en koolstof, wordt gebruikt (ook voor hoogwaardige toepassing zoals constructiemateriaal in de bouw).
Het Europees parlement zal vermoedelijk dit voorjaar een eindbesluit nemen.
Lees hier de Nederlandse vertaling van het standpunt van de ruim 30 Europese milieuorganisaties
Stikstof: feiten versus propaganda van agro-trollen
Steeds meer politici en vertegenwoordigers van de vee-industrie profileren zich als stikstofontkenner of als lid van de twijfelbrigade – een begrip dat inmiddels als geuzennaam is geadopteerd door de Boer Burger Beweging. Boeren en aan de boerenstand gelieerde onderzoekers, die ingrijpen door de overheid proberen af te wenden, verspreiden een golf aan desinformatie. Deze desinformatie komt erop neer dat de stikstofcrisis niet veel meer is dan een hoax.
Het meest recente rapport van ecoloog Roland Bobbink kan behulpzaam zijn om het debat met hoax-aanhangers aan te gaan. Het mooie aan dit rapport is dat het zich concentreert op waar het allemaal om te doen is: de staat van instandhouding van de Natura-2000 gebieden. De feiten zijn zeer bruikbaar als weerwoord op de aanhoudende propaganda van agro-trollen als zou de natuur er prima voorstaan.
In ‘’Effecten van stikstofdepositie nu en in 2030: een analyse‘’ presenteert Bobbink een zwarte lijst van dertien habitattypen, waarvoor een snelle reductie van stikstofdepositie zeer hard nodig is. Het is voor deze habitattypen nu of nooit. Het gaat dan bijvoorbeeld om oude eikenbossen, zandverstuivingen, heischrale graslanden, actieve hoogvenen en veenmosrietlanden. ‘’Bescherming van de meest gevoelige natuur via adequate en snelle reductie van de atmosferische stikstofdepositie is cruciaal om de sluipende verslechtering – of zelfs het verdwijnen van habitats – te stoppen en om de degradatie in de toekomst nog te kunnen terugdraaien via herstelbeheer’’, aldus Bobbink.
Niet alleen de stikstofdepositie moet drastisch naar beneden, er zijn ook meer herstelmaatregelen nodig. In minimaal de helft van de dertig stikstofgevoelige habitat(sub)typen zijn de voorgenomen herstelmaatregelen onvoldoende, gelet op de matig ongunstige tot ongunstige staat van instandhouding. Ze zullen niet helpen om verslechtering of dreigende verslechtering afdoende tegen te gaan.
Bobbink, R. (2021). Effecten van stikstofdepositie nu en in 2030: een analyse. Onderzoekcentrum B-WARE, Nijmegen. Rapportnummer RP-20.135.21.35. Opdrachtgever: Greenpeace Nederland.
Klik hier om het hele rapport te bekijken
Milieucommissie Europees Parlement voor beperking biomassa voor hernieuwbare energie
De Milieucommissie van het Europees Parlement (Commissie ENVI) heeft op 16 mei 2022 gestemd vóór het verminderen van biomassasubsidies door verbranding van bomen en andere bosbiomassa. Ook het meetellen van biomassaverbranding voor Europese en nationale doelstellingen voor hernieuwbare energie wil de Milieucommissie beperken. Er blijven echter vrijstellingen voor bossen die zijn aangetast door branden, plagen en ziekten. Daardoor blijft er een aanzienlijke potentiële maas in de komende vernieuwing van de Richtlijn Hernieuwbare energie (RED II) voor het gebruik van primaire houtige biomassa. Verbranding van zogenoemde secundaire houtige biomassa (zoals houtafval van zagerijen en sloophout) mag wel meetellen voor de EU-doelstellingen voor hernieuwbare energie en komt in aanmerking voor subsidies. Daarbij dient secundaire biomassa eerst hoogwaardig te worden toegepast, alvorens het mag worden verbrand (cascaderingsprincipe). Een hoogwaardige toepassing is bijvoorbeeld het gebruik van resthout voor houtvezelplaat. Daarbij blijft koolstof voor langere tijd vastgelegd.
Leefmilieu vindt dit een positieve stap in de richting van herstel van bossen voor klimaat en natuur, en verwelkomt de uitkomst voorzichtig als belangrijke stap op weg naar een Europees klimaatbeleid zonder biomassaverbranding, maar waarschuwt voor mazen in de Richtlijn. De milieucommissie onderkent de problemen met biomassaverbranding, in lijn met het besluit van de Nederlandse regering van 22 april 2022 om biomassasubsidies voor lage temperatuurverwarming (warmtenetten en kastuinbouw) per direct te schrappen.
Op 13 juli 2022 komt de Commissie Industrie, Onderzoek en Energie (Commissie ITRE) van het Europees Parlement met een besluit over dit voorstel. Medio september stemt het Europees parlement over de herziening van de RED. Daarbij worden de adviezen van de Commissie ENVI en ITRE meegenomen.
Na de stemming in het Europees Parlement volgen de onderhandelingen tussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad van klimaatministers van de lidstaten over de voorstellen. In december 2022 zal naar verwachting de algehele besluitvorming over de RED zijn afgerond.
Leefmilieu vraagt regering om verbod op houtstook particulieren
Februari 2022. Vereniging Leefmilieu heeft samen met Stichting Houtrookvrij, het Luchtfonds en Clean Air Nederland minister van Volksgezondheid Kuiper en staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat gevraagd om maatregelen te nemen voor een snelle afname van de uitstoot van luchtverontreiniging door particuliere houtstook en de veroorzaakte schade aan de volksgezondheid.
De organisaties vragen om de volgende maatregelen:
- een landelijke voorlichtingscampagne gericht op alle doelgroepen en over alle gezondheidsschade, waarin houtstoken binnen en buiten sterk ontraden wordt;
- het uitfaseren van alle houtkachels vóór 2026.
Tot 2026 wordt gevraagd om:
- vaste stookdagen/tijden in te stellen, zodat omwonenden daarbuiten voldoende kunnen ventileren (vanwege o.a. corona en binnenluchtvervuiling). Bijvoorbeeld houtstoken alleen toestaan op donderdag en zaterdag van 19.30 tot 22.00 uur;
- een stookverbod in te voeren bij ongunstige weersomstandigheden volgens de criteria van de Stookwijzer (rood en oranje) en deze te koppelen aan Stookalert met dezelfde criteria.
De vier organisaties stellen aan de bewindslieden voor om de gezondheid van omwonenden beleidsmatig te laten voorgaan op de vrijheid van de houtstoker.
De bijlage bij de brief laat zien dat de schadelijkheid van particuliere houtstook erg wordt onderschat. Zo blijken eco- en pelletkachels veel meer ultrafijnstof uit te stoten en neemt de uitstoot van Zeer Schadelijke Stoffen zoals PAK's bij dit type kachels niet af. Daarbij zijn er aanwijzingen dat deze PAK's zich binden aan deeltjes van het ultrafijne stof en zo via de bloedbaan in de rest van het lichaam terecht kunnen komen.
Lees hier de bijlage: Schadelijkheid particuliere houtstook en optimaal gestookte eco- en pelletkachels onderschat
Beroep tegen natuurvergunning biomassacentrale Purmerend
Februari 2022 Leefmilieu heeft beroep ingesteld tegen de vergunning Wet natuurbescherming van de nieuwe biomassacentrale van de stadsverwarming Purmerend. Beroepsgrond is onder meer dat de ontwerpvergunning niet is gepubliceerd. Het Verdrag van Aarhus en de Europese Habitatrichtlijn stellen dat het noodzakelijk is om de ontwerpvergunning te publiceren.
Hierdoor is het voor Leefmilieu niet mogelijk geweest om in te kunnen spreken en heeft Leefmilieu ook niet voldoende van het gehele dossier kennis kunnen nemen om tot een uitgebreid beroepschrift te kunnen komen. Dit klemt des te meer nu biomassaverbranding een belangrijk punt van kritiek binnen het Nederlandse klimaatprogramma is.
Houtstook is ongewenst omdat de CO2-uitstoot per opgewekte eenheid energie hoger is dan die van steenkool, terwijl in 2030 de CO2-uitstoot met 50% dient te zijn gedaald ten opzichte van 1990. In 2020 bedroeg de reductie ca. 25%. In de komende 9 jaar dient nog een reductie van 25% te worden gehaald. Daarnaast leidt de houtwinning door kaalkap tot vernietiging van ecosystemen en verdere achteruitgang van biodiversiteit. Ook resthout dient niet verbrand te worden, maar voor biodiversiteit en mineralenkringloop achter te blijven in het bos.
De berekening van de stikstofdepositie bij de natuurvergunning is onjuist. Er wordt uit gegaan van een te hoog referentieniveau van 84 ton NOx jaarlijkse uitstoot voor de bestaande biomassacentrale. Tevens is de jaarlijkse ammoniak uitstoot van 3.5 ton/ jaar uit de lucht gegrepen. Op papier neemt daarmee de nieuwe stikstofdepositie af, maar in werkelijkheid nemen deposities van stikstof (NOx en ammoniak) juist toe. Daarnaast dient ook de depositie van zuren als zwaveldioxide, zoutzuur en waterstoffluoride op reeds met stikstof overbelaste stikstof gevoelige Natura 2000-gebieden in de omgeving te worden meegenomen.
Biomassaverbranding uitsluiten bij revisie van RED
Januari 2022. Het Europees parlement besluit dit jaar over de revisie van de Richtlijn hernieuwbare energie (Renewable Energy Directive, RED). Belangrijk discussiepunt daarbij is verbranding van houtige biomassa voor de opwekking van warmte en elektriciteit. Bij houtverbranding is de CO2-uitstoot per opgewekte eenheid energie hoger dan die van steenkool. De grootschalige winning van hout voor biomassaverbranding vindt plaats door systematische kaalkap van bossen (zie bijvoorbeeld het bosbouwmodel van Zweden). Bij aanplant van nieuwe bomen duurt het ca. 50 tot 100 jaar voordat de CO2 die bij verbranding vrijkomt, weer is vastgelegd (als er überhaupt aanplant plaatsvindt). Resthout dient in het bos te blijven liggen voor de biodiversiteit en nutriëntenvoorziening. Door de verhoogde vraag naar hout voor verbranding neemt de kap van bossen toe, blijkt uit monitoring.
In Nederland bestaat duurzame energie voor ruim 50% uit bio-energie (biogas, vloeibare bio transportbrandstoffen, houtige biomassa). Daarvan betreft ruim de helft de verbranding van houtige biomassa (waarvan een kwart houtstook door particulieren).
Leefmilieu vindt het van belang dat biomassaverbranding van de nieuwe Richtlijn wordt uitgesloten. Ook dient bij het Europese energiehandelssysteem voor CO2 (ETS) bij biomassaverbranding over de uitgestoten CO2 een heffing te worden betaald. Nu is biomassaverbranding uitgezonderd.
Juist echte duurzame energie (zoals zon en wind) dient gestimuleerd te worden. Bosrijke landen zoals Zweden en Finland willen de huidige Richtlijn niet aanscherpen. Zij vinden ook dat de wetgeving over bossen nationaal en niet Europees moet zijn. Zij willen hun soevereiniteit niet opgeven. Op 16 mei stemt de commissie Milieu van het Europese parlement en op 13 juli de commissie Industrie over amendementen. Dit najaar neemt het Europees parlement een besluit.
Leefmilieu heeft samen met Comité Schone Lucht en MOB minister Jetten van Economische Zaken en Klimaat verzocht in de Europese ministerraad er op aan te dringen om stimuleringsmaatregelen voor de verbranding van houtige biomassa ten behoeve van ‘duurzame’ energieproductie stop te zetten.
Lees hier onze brief aan Minister Jetten
Nederland streeft naar Europees PFAS verbod
PFAS is een verzamelnaam voor zo’n 6.000 chemische stoffen die gebruikt worden om producten water-, vuil-, stof- of vetafstotend te maken. Denk aan regenkleding, anti-aanbak pannen, pizzadozen, blusschuim, mobiele telefoons en cosmetica. Voorbeelden van PFAS-stoffen zijn GenX, PFOA (perfluoroctaanzuur) en PFOS (perfluoroctaansulfonaten)
Omdat PFAS-stoffen schadelijk zijn en niet of nauwelijks afbreken in het milieu, is het belangrijk om te voorkomen dat de stoffen in het milieu terecht komen. Daarom werkt Nederland, met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen samen om tot een Europees PFAS verbod te komen. De bedoeling is de productie, de verkoop en het gebruik van PFAS aan banden te leggen om zo ons milieu en onze gezondheid te beschermen. Bijzonder aan dit verbod is dat alle schadelijke PFAS stoffen, dus zo’n 6000 in totaal, in één keer verboden gaan worden.
15 juli 2021 is dit Europese PFAS verbod officieel aangemeld bij de ECHA (European Chemicals Agency), waarmee de benodigde procedures zijn gestart om tot dit verbod te komen. Het streven is nog vóór 2025 tot een Europees verbod te komen.
Totdat het verbod in werking treedt, beperken andere maatregelen de uitstoot. Zo zijn de afgelopen jaren steeds strengere eisen gesteld aan het gebruik van sommige PFAS-stoffen en is er al een verbod voor het gebruik van PFOA en PFOS. Door nu die hele groep PFAS-stoffen in één keer te verbieden, voorkomen we dat de ene schadelijke PFAS-stof wordt vervangen door een andere die later ook weer schadelijk blijkt te zijn.
Bekijk hier de registratie van het verbod op website ECHA
Lees hier meer informatie over PFAS op de site van het RIVM
Lees meer over PFAS en Europese ontwikkelingen op website HEAL (in het Engels)
Bekijk onderzoek RIVM: Teveel blootstelling aan PFAS in Nederland
Kaalkap in Baltische staten door Nederlandse houtstook
December 2020. Houtstook in Nederlandse kolencentrales jaagt intensieve kaalkap in beschermde bossen in Estland en Letland aan. Uit data-analyse blijkt dat de boskap in de Baltische Staten in de laatste 10 jaar met een factor drie is toegenomen. De laatste 10 jaar zijn kapvergunningen in 20% van de Natura 2000-gebieden afgegeven. En in dezelfde periode hebben 14% van de oerbossen door houtkap hun beschermde status verloren. Het aantal bosvogels is de laatste decennia dramatisch afgenomen door dit verlies aan bosareaal.
De houtkap vindt plaats door systematische industriële kaalkap van grote bosarealen. De boskap heeft ernstige gevolgen voor het klimaat en de biodiversiteit in de bossen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Estse Natuurfonds en de Letse ornithologische vereniging: “De duistere kant van een houtpellet: verregaande effecten van houtkap in Estse en Letse bossen”. Het rapport beschrijft hoe intensief beheerde bossen en kaalkap kenmerkend zijn voor de bosbouwindustrie van beide landen. Diverse foto`s en grafieken in het rapport illustreren de effecten. Dit ondanks Europese regelgeving, normen en certificering die van kracht zijn om de natuur te beschermen. Het rapport wordt tegelijkertijd in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk gepubliceerd. Daar zijn energiebedrijven Ørsted (jaarlijks enkele miljoenen ton) en Drax (met jaarlijks 7 miljoen ton koploper) megaverbruiker van houtpellets.
In Nederland gaat het onder meer om de houtstook van energiebedrijf RWE in de kolencentrales Amer en Eemshaven. Samen goed voor een jaarlijkse verbranding van 2.5 miljoen ton houtpellets. De komende acht jaar worden jaarlijks in totaal 3.5 miljoen ton houtpellets in Nederlandse kolencentrales verstookt. Voor een totaal subsidiebedrag van 3.5 miljard euro.. Leefmilieu roept het kabinet en de Tweede Kamer op om de subsidie direct in te trekken en het geld te besteden aan woningisolatie en échte duurzame energie (zon, wind, bodemwarmte). Consumenten en bedrijven kunnen ervoor kiezen om geen energie af te nemen van Essent (het Nederlandse bedrijfsonderdeel van RWE) maar kiezen voor biomassa-vrije energie van bijvoorbeeld Easy Energy, Energie Van Ons, Pure Energie of Vrijopnaam.
Leefmilieu heeft meegewerkt aan de Nederlandse vertaling van het rapport.
Lees hier de Nederlandse versie van het rapport
Lees de Engelse versie op: https://elfond.ee/biomassreport
Leefmilieu stuurt brandbrief biomassa naar ‘uitstelminister’ Wiebes
2 november 2020. Leefmilieu vindt dat de subsidies voor biomassaverbranding een bepalende en kwalijke rol spelen bij misstanden in buitenlandse bossen en natuurgebieden. Daarom heeft Leefmilieu samen met milieuorganisaties Comité Schone Lucht en MOB een brandbrief naar minister Wiebes gestuurd om de biomassasubsidie in te trekken, energiebedrijven voor gedane investeringen te compenseren en de ruim 8 miljard euro subsidie in te zetten voor woningisolatie en échte duurzame energie. Ruim zeventig landelijke en regionale natuur- en bosbeschermingsorganisaties, bewoners- en actiegroepen en deskundigen uit binnen-en buitenland hebben de brandbrief mee ondertekend.
De brandbrief is gestuurd omdat minister Wiebes opnieuw het besluit hierover uitstelt door het Planbureau voor de Leefomgeving om nader onderzoek te vragen. Ook omdat 4 en 5 november de begroting van minister Wiebes in de Tweede Kamer wordt behandeld.
Lees hier onze brandbrief aan Wiebes
Met SUSPECt het riool in
November 2020. In de afgelopen periode is het SUSPECt project gestart met veldwerk. Doel van SUSPECt is om met metingen en computermodellen te kunnen voorspellen hoeveel van de chemische stoffen die wij dagelijks gebruiken via het riool in het milieu terechtkomen. Ondanks de coronaepidemie konden de twee geplande meetcampagnes doorgaan. Eind mei en medio september zijn op 10 locaties in Nijmegen de putdeksels van het riool opengetrokken en zijn er zogenoemde speedisks geplaatst. Dit zijn een soort sponsjes die een laagje adsorptiemiddel bevatten waaraan allerlei chemische stoffen die in het riool voorkomen hechten. De sponsjes worden in het najaar geanalyseerd op 200 stoffen, waaronder medicijnresten, illegale drugs en bestrijdingsmiddelen. De eerste resultaten worden eind 2020 verwacht. Ook is op de meetlocaties extra rioolwater verzameld om dit in samenwerking met andere lopende onderzoeksprojecten op antibioticaresistentie en het nieuwe corona virus te testen.
Daarnaast is op een rijtje gezet wat er wereldwijd bekend is over de omstandigheden in het riool (zoals temperatuur en zuurgraad), en het effect op de afbraak van ‘opkomende stoffen' (dit zijn stoffen die nieuw zijn en/of steeds meer worden gebruikt). De resultaten worden in de komende tijd in vorm van een wetenschappelijke publicatie opgeschreven. Om te zien in hoeverre deze omstandigheden ook in het Nijmeegse riool aanwezig zijn, is een nieuw hightech meetinstrument uit Zwitserland gebruikt: de SQUID, een rioolbal (zie foto) die op geschikte trajecten een stukje met het afvalwater meezwemt. Begin juni zijn de eerste tests gedaan met veelbelovende resultaten. Over 1,2 kilometers verzamelde het balletje gegevens over pH, temperatuur, oxidatie-reductie potentiaal (redox) en elektrische geleidbaarheid. Het was spannend werk want op het eindpunt moest, liggend op straat, met een lang schepnet de rioolbal op het juiste moment weer uit het riool worden geschept en naar boven worden gehaald. De hoop is in de loop van het komende jaar nog veel interessante meetgegevens te kunnen verzamelen.
Lees ook een eerdere publicatie van SUSPECt:
“Van toilet naar rivier: de weg van farmaceutische afvalstoffen door de riolering naar watersystemen”,
Stikstofaanpak Kabinet stelt teleur
24 april 2020 maakte het kabinet de nieuwe stikstofplannen bekend.
Teleurstellend en juridisch onhoudbaar moeten we helaas concluderen.
Het kabinetsplan noemt een onacceptabel lage emissiereductie.
Een 50% emissiereductie in 10 jaar tijd is een noodzakelijke ondergrens. Het Kabinet biedt slechts 26%. Deze 26% is bovendien gebaseerd op ongeloofwaardige en onverplichte reductiemaatregelen, zoals aanpassingen in het veevoer en aanlengen van mest met water. Daarbij wordt uitgegaan van streefwaarden, terwijl harde doelen met wettelijke borging nodig zijn.
Een nieuwe gang naar de rechter is onvermijdelijk, nu het Kabinet totaal geen recht doet aan de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019.
Update 2020-06-08. Ook de commissie Remkes is in haar eindadvies ‘Niet alles kan overal’ zeer kritisch over de plannen van het kabinet en waarschuwt dat het wederom juridisch onhoudbaar is.
Lees hier het hele persbericht van Leefmilieu en MOB
Lees hier de Kamerbrief met de stikstofplannen
Lees hier het advies van de commissie Remkes
Zienswijzen nieuw stikstofregistratiesysteem
Om de bouw van circa 75.000 woningen en een aantal grote infrastructurele projecten mogelijk te maken, is een Regeling spoedaanpak stikstof bouw en infrastructuur in de maak. Met deze Regeling wordt een stikstofregistratiesysteem ingesteld, dat vergelijkbaar is met de PAS, een soort mini-PAS. Het concept voor deze regeling ligt nu voor ter consultatie.
Leefmilieu is het niet eens met deze regeling en heeft zienswijzen ingediend. De zienswijzen betreffen onder meer het gebruik van de PAS-systematiek die achterhaald is. Ook gaat de Regeling niet alleen over woningbouw (weinig stikstofdepositie), maar ook over wegenaanleg (veel stikstofdepositie) en worden er geen maxima aan de uitstoot van dergelijke projecten gesteld. Verder lijkt ons de veevoermaatregel niet uitvoerbaar omdat er in de veesector getwijfeld wordt aan de ernst van het probleem.
Lees hier onze zienswijze
Bekijk hier de conceptregeling
#mijnnatuurblijft
In de stikstofdiscussie blijft het belangrijk de aandacht te vestigen op waar het eigenlijk om gaat: de bescherming van de natuur. Wil je natuur die jou dierbaar is onder de aandacht brengen, maak dan een foto en plaats die op social media met de hashtag #mijnnatuurblijft.
Zie ook: https://www.mijnnatuurblijft.nl/
#MijnNatuurBlijft: Uitzicht over de Overasseltse en Hatertse vennen bij Nijmegen
Niet boeren en bouwers, maar natuur centraal
Wie nu over de stikstofproblematiek hoort kan zomaar denken dat dit gaat over boeren en bouwers. Dat móet anders, want de stikstofuitspraak van de Raad van State gaat niet over het hinderen van boeren en bouwers, maar over de bescherming van de natuur tegen een teveel aan stikstof.
Op 27 november 2019 kwamen natuur- en milieuorganisaties in het Brabants Natuurmuseum in Tilburg bij elkaar om te bespreken hoe ze duidelijk kunnen maken dat het bij het stikstofprobleem om de natuur gaat. Aanwezig waren onder meer Leefmilieu, MOB, Greenpeace en Stichting Werkgroep Behoud de Peel.
Afgesproken is samen te werken op het gebied van publiciteit. Ook is het de wens in de toekomst meer samen te werken bij juridische procedures. Besluiten die ongunstig zijn voor de natuur worden dan niet door enkele organisaties juridisch bestreden, maar de natuur- en milieuorganisaties gaan er gezamenlijk tegenin.
Op de bijeenkomst was ook een vertegenwoordiging uit België aanwezig. Zij willen leren van de Nederlandse aanpak en samenwerken om ook in België de stikstofproblematiek aan te pakken.
De aanwezige organisaties waren enthousiast over de samenwerking en vervolgafspraken zijn gemaakt.
Stikstof verstoort de natuurlijk kringloop
Augustus 2019. In de natuurlijke kringloop spelen schimmels een belangrijke rol: ze zijn onontbeerlijk voor de groei van de planten. Tal van schimmels voorzien de planten namelijk van voedingstoffen en water, de planten leveren deze schimmels dan weer suikers via hun wortels. Van bospaddenstoelen was al bekend dat ze niet tegen teveel stikstof kunnen, maar nu is vastgesteld dat ook de schimmels die essentieel zijn voor graslanden niet tegen teveel stikstof kunnen.
Ons verkeer en vooral de bemesting in de landbouw zorgen voor de uitstoot van stikstofverbindingen. Deze komen onder andere in de lucht terecht en daarna via zure regen in de bodem. Door deze vorm van bodemvervuiling – stikstofdepositie – verzuurt de grond langzaamaan en wordt zo de bodem uiteindelijk giftig.
Het onderzoek is uitgevoerd in heel Europa. Op 40 plaatsen in België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Estland en IJsland zijn plantenwortels en bodemmonsters verzameld. Het stikstofgehalte in de lucht werd bepaald, en dat gedurende een periode van tien jaar. Met DNA-analyse werd onderzocht welke schimmels in de bodem voorkomen, en in welke hoeveelheden.
Lees meer over dit onderzoek op de website van KU-Leuven
Buitenlandse natuurorganisaties tegen Nederlandse houtstook
Juli 2019. Deze maand waren drie buitenlandse bosbeschermingsorganisaties, Dogwood Alliance, Biofuelwatch en Environmental Papernetwork in Nederland om te pleiten tegen het verbranden van houtpellets in Nederlandse kolen- en biomassacentrales. Door de houtstook in Nederlandse energiecentrales neemt de vraag naar houtpellets uit bossen in onder meer de Verenigde Staten en Baltische Staten toe. Daarbij neemt ook de kaalkap van deze bossen steeds meer toe. In het zuidoosten van de Verenigde Staten ligt hierdoor het tempo van ontbossing een factor vier hoger dan in het Amazonegebied. Heraanplant is hier wettelijk niet verplicht. Als het beleid ten aanzien van biomassa-verbranding in Nederland wordt voortgezet, ligt de productie van houtpellets over 10 jaar twee en een half maal hoger. Het document ‘Are forests the new coal?” zet de bezwaren op een rij. Houtverbranding is economisch niet rendabel, het gaat alleen door vanwege de subsidies die ervoor verleend worden. Leefmilieu vind dat deze subsidies afgeschaft moeten worden.
Lees hier ‘Are forests the new coal’
Falend stikstofbeleid vervuilt natuur nog jaren
Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State het Nederlandse stikstofbeleid van tafel geveegd. Voor de natuur zal er echter maar langzaam iets verbeteren. De afgelopen jaren zijn er door provincies en gemeenten duizenden vergunningen verleend. Ondanks de twijfel aan het beleid die er al geruime tijd was, zijn deze vergunningen definitief en kunnen dus niet meer bij de rechter worden aangevochten. Deze vergunningen laten toe dat de komende jaren nog veel stikstof uitgestoten mag worden. Dus hoewel het beleid niet bleek te deugen gaat de vervuiling wel door. Voor nieuwe initiatieven zal het echter moeilijker zijn om een vergunning te krijgen, omdat de stikstofbelasting van de natuur zo hoog is en blijft. De vereniging Leefmilieu en MOB hebben veel nieuwe vergunningen aangevochten en daarvan zullen er nog zeker honderd vernietigd worden. De beslissing daarover neemt de Raad van State in juni.
Stikstof bedreigt insecten in Nederland
In opdracht van het ministerie van landbouw hebben wetenschappers van de Universiteit van Wageningen onderzoek gedaan naar de afname van de insecten in Nederland. De achteruitgang van soorten gaat harder in agrarische gebieden dan in natuurgebieden. Soorten die sterk afhankelijk zijn van natuurgebieden lijken te hebben geprofiteerd van herstelmaatregelen in deze gebieden. Maar dit geldt veel minder voor insectensoorten die gevoelig zijn voor de effecten van stikstof.
Uit het onderzoek blijkt dat de achteruitgang van insectenpopulaties veroorzaakt wordt door een complex van factoren, die direct of indirect allemaal met de intensivering van de landbouw samenhangen. Vooral met het overvloedige gebruik van de meststoffen en pesticiden. Deze factoren beïnvloeden insecten niet alleen op de landbouwpercelen zelf, maar beïnvloeden via water en lucht ook de natuurgebieden.
De onderzoekers adviseren om niet te wachten op de uitkomsten van vervolgonderzoek, maar vanwege de urgentie direct aan het herstel te gaan werken. De herstelaanpak zal verschillen per gebied, omdat voor bijvoorbeeld een veenweidegebied een andere combinatie van maatregelen effectief zal zijn dan voor een kleinschalig agrarisch landschap op de hogere zandgronden. Gecombineerd met deze herstelaanpak kan dan de effectiviteit van de maatregelen gemonitord worden.
Aanbevelingen voor hoogwaardige inzet houtige biomassa
Maart 2019. Hout komt vrij bij snoeiwerkzaamheden in het bos of in de stad. Dan lijkt het een mooie toepassing om dit hout te verbranden, dat is echter niet zo. In bossen kan het resthout het beste blijven liggen om de balans van voedingsstoffen in het bos niet te verstoren en om de biodiversiteit in stand te houden. Op hout dat vergaat leven heel veel schimmels en insecten die belangrijk zijn voor de dieren in het bos. Ook het hout dat vrijkomt bij snoeiwerkzaamheden in de stad kan hoogwaardig worden ingezet als structuurmateriaal bij de vervaardiging van compost. Waarom niet verbranden? Het probleem is dat bij de verbranding van hout veel CO2 vrijkomt, zelfs meer dan bij de verbranding van steenkool.
In 2019 stellen gemeenten samen met provincies en waterschappen regionale energiestrategieën (RES) op. Bij een RES wordt vastgesteld hoeveel duurzame energie kan worden opgewekt, hoeveel CO2 kan worden gereduceerd en hoeveel CO2 kan worden vastgelegd. De Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF) heeft aanbevelingen voor hoogwaardige inzet van houtige biomassa opgesteld.
Bekijk hier het document Hoogwaardige-inzet-houtige-biomassa van GNMF
Behoud veengebied de Peel blijft broodnodig
Werkgroep Behoud de Peel vierde zaterdag 17 november 2018 haar 40 (!) jarige bestaan. Opgericht veertig jaar geleden om het veengebied de Peel nat te houden. Vrijwilligers bouwden samen dammen in de sloten in het hele gebied. Veen werd opgegraven, in de sloten gestort en aangestampt. Bomen werden verwijderd en het hout verkocht om de kosten te dekken.
In de loop der jaren bleek deze aanpak niet voldoende om het veengebied de Peel te beschermen. De bedreigingen uit de omgeving waren te talrijk: versnippering, het onttrekken van water aan het gebied en de vervuiling uit de omgeving. Wim van Opbergen, een van de drijvende krachten van de werkgroep, ging in zijn presentatie in op alle stappen die toen genomen werden om die bedreigingen te lijf te gaan. Een belangrijke stap was het schrijven van een visie voor het hele gebied en het met juridische middelen verhinderen van de bedreigingen. Dit leidde tot honderden zaken en zelfs tot een zaak bij het Europese Hof. Professor Hans Joosten voegde ook nog een belangrijke hedendaagse dimensie toe aan het behoud van veen¬gebieden zoals de Peel. Venen bevatten heel veel koolstof en als ze verdrogen komt die koolstof als CO2 in enorme hoeveelheden uit de grond. Het CO2 van venen kan zo het klimaatprobleem heel sterk verergeren. Het is maar goed dat veertig jaar geleden een groep vrijwilligers zich ging inzetten voor dit veengebied, met nog veel meer impact dan ze toen konden vermoeden.
Uitzicht op groen maakt blij
Leefmilieu werd in mei 2017 gevraagd om inbreng te leveren op het toekomstige groen beleid van de gemeente Nijmegen. De aanpak van de bijeenkomst daarvan was anders dan anders. Alle deelnemers hadden huiswerk gekregen: ze moesten een pitch houden. De opgave was om in 3 minuten één belangrijk punt voor het voetlicht te brengen en dat kort en krachtig te beargumenteren. Vervolgens werden dan in kleine groepen de voorstellen besproken. Je zou verwachten dat iedereen vervolgens alleen zijn eigen punt verder ging verdedigen, maar dat viel mee. De mensen die met groen bezig zijn bleken allemaal een brede blik te hebben.
Vanuit Leefmilieu brachten we, met meerdere deelnemers, drie punten in:
- Stimuleer particulieren en instellingen het goede voorbeeld van de gemeente te volgen en ook geen onkruid bestrijdingsmiddelen meer te gebruiken;
- Maak beleid voor de loslopende katten die grote schade toebrengen aan de vogelstand;
- Zorg voor uitzicht op groen.
Hoe voor de hand liggend dit laatste punt ook lijkt, bij de ontwikkeling van plannen voor groen wordt het uitzicht op groen meestal niet meegenomen. Uit onderzoek uit 2010 dat de vereniging Leefmilieu heeft gedaan aan de hand van dagboekjes, werd het uitzicht op groen als het belangrijkste punt genoemd. En niet alleen voor de mensen die niet gemakkelijk naar buiten kunnen. Iedereen vindt uitzicht op groen fijn. Een citaat uit het onderzoek: “Een boom voor het huis brengt vogels en jaargetijden dichterbij”. Of het nu vanuit een raam is of vanaf een bankje in een park: het uitzicht op bomen en planten maakt blij. Zaak is bij de ontwikkeling van groen dus wat verder te kijken dan de plattegrond en de beplanting, maar ook na te gaan wie uitzicht hebben of gaan krijgen op het groen.
Klik hier voor het boekje Groen maakt het leven mooier
Bijeenkomst 17 maart 2017: Is hout verbranden wel duurzaam?
Op veel plaatsen in Nederland wordt hout ingezet als brandstof voor de opwekking van elektriciteit en warmte. Maar de Tweede Kamer vindt dat de subsidie voor grootschalige bijstook van hout in kolencentrales moet worden stopgezet. Volgens de Tweede Kamer moet deze subsidie ingezet worden voor échte vormen van duurzame energie, zoals zon, windenergie en aardwarmte. De KNAW (Koninklijke Academie voor Wetenschappen) stelt dat de Nederlandse overheid de subsidie op houtstook moet staken. Houtstook levert geen klimaatwinst, integendeel. Pas na de kap en verbranding van hout worden bomen weer aangeplant (als deze al voldoende worden aangeplant). Het terugvangen van CO2 vindt dan pas over 25 tot 100 jaar later plaats. Zo wordt een zgn. koolstofschuld opgebouwd: de CO2 wordt eerst in de lucht gebracht en pas veel later vastgelegd. In plaats van nu hout te stoken moeten we eerst heel veel hout aanplanten en kunnen we over tientallen jaren, met beleid, het hout gaan kappen.
Om aan de doelstelling van het Nederlandse Energieakkoord in 2020 te voldoen is ca. 10 miljoen ton energiehout per jaar nodig. 90% van het energiehout dient geïmporteerd te worden. Dé voorraadschuur van energiehout (het zuid oosten van de VS) levert jaarlijks 20 tot 30 miljoen ton energiepellets. Enkele kleine landen (zoals Nederland) zouden daarmee in hun vraag (tot 2020) kunnen voorzien. Er is dus mondiaal te weinig hout om aan de brandstofvraag te voorzien. De druk om buiten deze bossen hout te kappen wordt daarmee groter. Hierdoor lopen ook oerbossen het risico om gekapt te worden en omgezet te worden in houtakkers. Dat kan de bedoeling van de Nederlandse subsidie toch niet zijn.
In sommige situaties, zoals bij de biomassa centrale in Nijmegen is door Engie afgesproken dat alleen duurzaam gewonnen hout uit de regio (een straal van 100 km) gebruikt zal worden. Ook een Utrechtse initiatief gaat daarvan uit. De vraag is of er wel voldoende hout in Nederland beschikbaar is. En wat betekent het winnen van dit hout voor de biodiversiteit in onze bossen? Maarten Visschers van de Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF) ging op 17 maart 2017 in op deze en andere vragen.
Klik hier om de presentatie van Maarten Visschers te bekijken
Besteed 3,5 miljard subsidie niet aan opstoken hout
November 2016. Een van de belangrijkste maatregelen tegen de toename van het broeikasgas CO2, die het rijk neemt, is het geven van subsidie voor het verbranden van hout in elektriciteitscentrales. Hiervoor is 3,5 miljard euro beschikbaar gesteld. Dit is een slecht idee. Elektriciteitscentrales op hout produceren twee keer zoveel CO2, als centrales op aardgas. De gedachte achter de subsidie is dat de bomen wanneer ze groeien de CO2 opnieuw vastleggen. Echter, dit aanplanten gebeurt pas na de kap en verbranding van het hout. Eerst komt er dus veel CO2 vrij en veel later wordt die CO2 weer vastgelegd, maar pas over 25 tot 100 jaar. De subsidie leidt er dus toe dat we een koolstofschuld opbouwen die we hopelijk in de toekomst met zijn allen wereldwijd gaan aflossen. Het helpt dus niet om de CO2 in de atmosfeer op dit moment te verminderen, integendeel. Het is veel verstandiger om eerst heel veel bos aan te planten en dan over tientallen jaren te kijken of daarin gekapt kan worden. Daarbij moet je ook rekening houden met het feit dat processen als oogsten, versnipperen, drogen en vervoeren van het hout energie kosten.
Afvalhout is bovendien een waardevolle grondstof die gebruikt werd voor het maken van spaanplaat, maar die toepassing is nu verdrongen. In plaats daarvan wordt het hout verbrand in de elektriciteitscentrales. Om de bodemvruchtbaarheid in de bossen in stand te houden moet je ook niet alle naalden en takken gaan weghalen, zoals sommigen van plan zijn. Kortom zoek de oplossing voor het terugdringen van CO2 in het isoleren van huizen en het investeren in duurzame energie. Dan is met 3,5 miljard subsidie veel meer te bereiken en met veel minder nadelen.
Bronnen:
- http://mkatan.nl/nrc-columns/537-sjoemelhout
- Visiedocument-biobrandstof van KNAW
Europese houtcentrales leiden tot ontbossing in de VS
Op veel plaatsen zijn er plannen voor houtgestookte energiecentrales in Nederland en In België draaien er al complete energiecentrales op hout. Hout dient primair als bouwmateriaal te worden ingezet. Het gebruik van hout voor energieopwekking is een laagwaardige toepassing. Niet herbruikbaar afvalhout kan worden ingezet als structuurmateriaal voor compost. Inzet van afvalhout voor energieopwekking komt pas op de laatste plaats. De bijstook van hout in Nederlandse kolen- en biomassacentrales draait voor een groot deel op houtpellets uit bossen uit de Verenigde Staten. De vraag naar deze houtpellets in Nederland neemt verder toe om tegemoet te komen aan klimaatdoelstellingen. De Europese Unie, ’s werelds grootste importeur van houtkorrels, importeerde in 2010 2,7 miljoen ton houtkorrels en in 2013 4,3 miljoen ton, voornamelijk uit Noord-Amerika. De Europese Commissie verwacht op grond van de nationale actieplannen dat de import uit landen buiten de EU in 2020 stijgt tot 15 à 30 miljoen ton. Deze ongebreidelde groei leidt tot verdergaande ontbossing, aldus Amerikaanse natuurorganisaties. Energieproducent RWE heeft onlangs subsidie ontvangen voor het bijstoken van hout in de Amercentrale in `s Geertruidenberg.
Op 10 april 2015 organiseerde de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) een symposium, waar wetenschappers discussieerden over de gevolgen van het gebruik van biobrandstoffen en hout als energiebronnen. Buitenlandse gastsprekers waren onder meer David MacKay (professor Engineering aan de universiteit van Cambridge en vijf jaar lang regeringsadviseur Energie en Klimaatverandering) en Tim Searchinger (Princeton University en World Resources Institute). Nederlandse gastsprekers waren Martin Junginger (Universiteit Utrecht) en André Faaij (hoogleraar Energiesysteemanalyse Universiteit Groningen).
Klik hier om het verslag van dit KNAW symosium te bekijken.
Bekijk hier alle presentaties van dit KNAW symposium
Zie onderstaande document voor verdere informatie over ontbossing in de VS door de stijgende vraag naar houtpellets in Europa. Het bevat ook een oproep van Amerikaanse milieuorganisaties aan de Nederlandse regering om te stoppen met het bijstoken van hout in energiecentrales. Deze oproep is hieronder als apart document bijgevoegd.
Nadere informatie over ontbossing VS
Oproep Amerikaanse NGO's in Nederland de bijstook van hout te stoppen
Uitspraak Raad van State munitiedump
8 juli 2015. Mobilisation for the Environment en Vereniging Leefmilieu hadden het provinciebestuur van Zeeland gevraagd om de munitiedump - minimaal 30 miljoen kilo munitie - op te laten ruimen uit de Oosterschelde (een Natura 2000 gebied). Nadat de provincie dit weigerde zijn beide organisaties naar de rechter gestapt. De Raad van State heeft op 8 juli 2015 uitgesproken dat de wet het provinciebestuur niet verplicht om de munitie op te laten ruimen. Beide organisaties kunnen de uitspraak nauwelijks geloven.
Bekijk hier de uitspraak van de Raad van State.
6 mei 2015: rechtszitting munitiedump Zeeland
6 mei 2015. Tussen 1945 en 1967 is veel munitie gedumpt in de Oosterschelde. Deze dump is omgeven door onzekerheden:
- Onzeker wat is gestort is (variërend van mitrailleurkogels, granaten tot vliegtuigbommen waaronder brandbommen, eventueel ook gifgasgranaten)
- Onzeker hoeveel is gestort (er worden hoeveelheden genoemd van 30.000-85.000 ton, (enkel van ca. 20.000 ton, gestort in de jaren 60 is enige stortadministratie bekend)
- Onzeker wie het heeft gestort (geallieerden tijdens en direct na WOII, verschillende instanties Nederlandse rijksoverheid).
In de zitting bij de Raad van State op 6 mei ging het over de risico's. Duidelijk is dat de hulzen van de gestorte munitie vroeger of later geheel zodanig geërodeerd zullen zijn dat de inhoud van de munitie volledig vrijkomt in het watermilieu. Welke gevolgen heeft het vrijkomen van kruit, wit fosfor en overige inhoud voor de leefkwaliteit van mensen en dieren? Is met het vrijkomen van die stoffen een zodanig risico gemoeid dat opruimen noodzaak genoemd moet worden? Er is geen acuut gevaar, maar over de effecten op de lange termijn is veel onduidelijk. Moet dit niet onderzocht worden? De provincie vindt optreden niet nodig. De vereniging Leefmilieu vindt het erg jammer dat de provincie nu op het standpunt staat dat er geen risico is terwijl ze 10 jaar geleden hard bij Defensie aan de bel heeft getrokken om tot maatregelen te komen. Die zijn toen tot teleurstelling van de provincie geweigerd. Het wekt verbazing dat de provincie nu bij de rechter zegt dat er niets hoeft te gebeuren.
Lees hier onze uitgebreide stellingname.
Persbericht: Provincie Zeeland op het matje geroepen om munitiedump
9 december 2014. In de jaren zestig is 30 miljoen kilo munitie gedumpt in de Oosterschelde, vlak bij Zierikzee. Deze munitie ligt nu door te roesten. De giftige stoffen die hierbij vrijkomen zijn een bedreiging voor het lokale zeeleven, waaronder ook de Zeelandse mosselkwekerij. Samen met MOB vroeg de vereniging Leefmilieu de provincie Zeeland de munitiedump op te ruimen. De Provincie weigert echter in actie te komen, op grond van een onderzoek van TNO.
Nu de provincie Zeeland weigert de munitiedump te saneren, hebben we samen met MOB besloten de Provincie voor de rechter te dagen. Wij stellen dat de Provincie het onderzoek van TNO slecht leest. De grootste problemen ontstaan pas nadat de munitiehulzen zijn doorgeroest en de giftige stoffen vrijkomen. De munitiedump is een tikkende tijdbom die opgeruimd moet worden, vóórdat er ernstige schade optreedt.
Lees hier het volledige persbericht.
Klik hier om ons beroepschrift in te zien.
Klik hier om een rapportage te zien van Freek Titselaar over de munitiedump
Lees hier een artikel in EOS Wetenschap over munitiedumpingen in zee
Munitiedump in Zeeland gevaar voor mens en natuur
31-10-2013. Ter hoogte van Zierikzee bevindt zich in de Oosterschelde een munitiedump. Het gaat om 30 miljoen kilo ongebruikte munitie uit de Tweede Wereldoorlog. Al in 2001 is in een rapport van de rijksoverheid vastgesteld dat de maximaal toegelaten gehaltes van stoffen zoals lood, koper en witte fosfor in het gebied worden overschreden. De munitiedump is gevaarlijk voor mens en dier.
Samen met MOB heeft de vereniging Leefmilieu een handhavingsverzoek ingediend bij de provincie Zeeland in het kader van de Natuurbeschermingswet. Over de zaak zijn ook vragen in de Tweede Kamer gesteld.
Klik hier om een filmpje van Omroep Zeeland te bekijken.
Lees hier het verzoek om handhaving munitiedump Zierikzee..
Bekijk ook de rapportage: Munitiestortplaats Oosterschelde is "tikkende tijdbom"
Natuur in de stad plannen
Natuur is overal ook in de stad, maar het kan natuurlijk altijd beter. BiodiverCity is een planningstool om natuur in de stad te ontwerpen. Met veel illustraties en suggesties.
Klik hier voor de website.
Groen maakt het leven mooier
In 2010 heeft Leefmilieu onderzocht op welke manieren het groen in het alledaagse leven voor Nijmegenaren van belang is. Ruim 30 mensen uit verschillende wijken hebben een dagboekje bijgehouden, foto’s gemaakt en plattegronden ingetekend. Ze beschreven hun route door de stad, wandelend of fietsend en gaven daarbij aan hoe ze die beleefden.
De uitkomsten van het onderzoek zijn in 12 punten samengebracht. Met foto’s en citaten uit de dagboekjes worden ze toegelicht. Het belang van het groen in alle facetten van het dagelijkse leven wordt er duidelijk door. Bomen en planten hebben mensen het liefste heel nabij. Planten brengen de seizoenen de stad in en niet te vergeten de vogels die daarin hun verblijfplaats vinden. Mensen leven graag in de stad maar dan wel met veel groen. Uit de onderstaande punten blijkt waarom.
1. Uitzicht op groen maakt blij
2. Bomen verzachten de drukte in de straat
3. De Goffert: groene long van de stad
4. Particulier groen houdt de straat levendig
5. Groen maakt energiek en gezond
6. Groen haalt seizoenen de stad in
7. Monumenten en groen: een prachtige combinatie
8. Groen: spelend de natuur ontdekken
9. Buurtpark nodigt uit tot ontmoeting
10. Laanbeplanting maakt monumentale straten compleet
11. Groen verdient goed onderhoud
12. Wandelaar en fietser kiezen voor groen
Niet bouwen in de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
27 juli 2009: Ten onrechte geeft de provincie Gelderland toestemming om natuurlocaties die binnen de Ecologische Hoofdstructuurbeschermd waren, te bebouwen. De Gelderse Milieufederatie heeft het initiatief genomen om daarover een brief naar de ministers Verburg (LNV) en Cramer (VROM) te sturen om hen te vragen dit te verhinderen. Dertig organisaties, waaronder Leefmilieu, ondersteunen dit verzoek.
Bekijk hier de brief aan ministeries LNV en VROM
en ook de bijlage bij brief, met een overzicht van gebieden